Agrarisch natuurbeheer
Thans
10
Het volledige Europees landbouwbeleid gaat op de helling en veel is nog
onduidelijk. Ria Hoeymakers, contactpersoon van Agrarische Natuurvereniging
Bloeiend West Zeeuws-Vlaanderen, schetst de huidige stand van zaken.
Afgelopen winter werd ik benaderd door
agrarisch collega en Duumpje-bestuurslid
Walter de Milliano met het verzoek een
artikel te schrijven voor het verenigings
blad: over akkerranden en de mogelijkhe
den voor agrarisch natuurbeheer binnen
het nieuwe Europese Gemeenschappelijke
Landbouw Beleid (GLB 2015-2020).
Een beetje historie
Door industrialisatie begin 19e eeuw,
werd in de landbouw steeds meer ge
bruik gemaakt van nieuwe technieken en
kunstmest. Na de Tweede Wereldoorlog
was er grote behoefte aan veel voedsel
waardoor dit proces gedwongen werd zich
te versnellen: de agrarische percelen moes
ten steeds groter worden voor de steeds
groter wordende machines, natte percelen
konden beter worden ontwaterd en werden
daardoor geschikt voor de landbouw. Al
deze factoren hebben tot een aanzienlijk
hogere landbouwproductie geleid.
Met het vergroten van percelen verdwenen
omheiningen, wallen, sloten en allerlei
andere landschapselementen. Daarmee
verminderde de variatie in voedselbronnen
voor insecten en de variatie in de begroei
ing dus resteerden minder mogelijkheden
voor dieren om te verblijven ofte vluchten.
Dit probleem is al vele jaren geleden onder
kend door de landbouwers en er werd op
ingespeeld met allerlei beheerpakketten
zoals weidevogelbeheer, botanisch beheer,
akkerrandenbeheer, spuitvrije zones, braak
leggen van akkerranden en inzaaien van
bloeiende kruiden als fourageer- en ver-
blijfsgebied voor dieren.
Als een landbouwer ervoor koos te gaan
beheren volgens zo'n pakket, stond hier
een bepaalde vergoeding tegenover als
compensatie voor verrichte werkzaamhe
den en/of inkomstenderving.
Bestonden er voorheen allerlei regelingen
met diverse pakketten, dan is de overheid
nu langzaam maar zeker doende om tot
een bundeling te komen.
- Zo wordt momenteel de al langer be
staande PSAN-regeling (Provinciale Subsi
die Agrarisch Natuurbeheer) omgevormd
tot de SNLa-regeling (Subsidie Natuur en
Landschap agrarisch).
- Vanaf 2010 vallen hieronder: Akkerranden
voor patrijs en veldleeuwerik.
- In 2011 kwam daarbij: Wintervoedselran-
den voor doortrekkende en overwinte
rende akkervogels.
- Vanaf 2014 wordt toegevoegd: botanisch
weiland en landschapselementen.
- In Zeeland al vanaf 2010 gebundeld in
een Collectief Beheerplan Agrarisch
Natuurbeheer Zeeland.
- Vanaf 2016 zal al het agrarisch natuur
beheer uitgevoerd worden vanuit het
Collectief Zeeland.
FAB-randen
Los van deze bestaande regelingen lopen
er diverse projecten om nieuwe mogelijk
heden te onderzoeken en hiermee ervaring
op te doen. Zoals al eerder te lezen was in
't Duumpje (enkele artikelen van de hand
van Walter de Milliano) kennen we het
FAB-project: bloemenranden voor Functi
onele Agro Biodiversiteit. Wat eenvoudiger
uitgelegd: het aanleggen van voedselran-
den ten gunste van natuurlijke vijanden van
luizen en andere vraatinsecten in land
bouwgewassen. Met het doel om chemi
sche onkruidbestrijding te verminderen en
mogelijk zelfs een sterker gewas te krijgen.
Terug naar het agrarisch natuur
beheer
In 2015 zal het nieuwe GLB van kracht wor
den, waarbij de 'vergroening' een rol speelt
voor de actieve landbouwer met subsidia
bele gronden. Het voert te ver in te gaan op
allerlei regels, uitzonderingen en voorwaar
den, maar de meeste landbouwers zullen
moeten voldoen aan de 5% EFA (Ecological
Focus Area). Eenvoudiger verklaard: een
landbouwer die Bedrijfstoeslag ontvangt,
dient 5% van zijn bedrijfsoppervlakte
volgens ecologische richtlijnen ingericht te
worden.
Voor die landbouwers die al aan bestaande
ecologisch getinte projecten (SNLa) deelne
men, rijst de vraag of deze SNLa- objecten
FAB-rand langs tarweveld ter bestrijding van tarweplagen.
Hoeve Dierkensteen, Oostburg, I4juli20l3 (Walter de Milliano).
AhMflM