Amfibieën bedreigd tr Amfibieënland werd afgelopen jaar opgeschrikt door twee 'ziektes', die zich snel in den lande verbreidden en een dodelijk spoor achter zich lieten. Om de bekendheid met deze nieuwe bedreigingen te bevorderen, organiseerde pro vincie Zeeland een bijeenkomst en ook uw redactie was uitgenodigd. In amfibieënland staat iedereen op scherp want het betreft geen griepje dat gewoon overgaat, maar nieuwe kwalen waartegen soorten geen bescherming hebben. Een hele soort kan zo ineens verdwenen blijken; zo verdween in Limburg recent de vuursala- mander. Aangezien men de achteruitgang van de vuursalamander niet direct aan een ziekte toeschreef, werd ieder pas gemobili seerd toen het te laat was. Zo langzamerhand wordt steeds duidelijker in welke richting men de oorzaak van de slachting moet zoeken. Het betreffen ener zijds "Ranavirussen" en anderzijds Chytride- schimmels. Ranavirussen Ranavirussen worden gerekend tot de zgn. Emerging Infectious Diseases (EIDs): opko mende infectieziekten die -in dit geval- reptielen, amfibieën en vissen besmetten. Deze virussen hebben in Amerika, Europa en in Azië massale sterfte veroorzaakt onder amfibieën en vissen. Van in gevan genschap gehouden reptielen is bekend, dat zij een ranavirus kunnen hebben, maar pas kort geleden bleek dat ook vrij levende reptielen dood kunnen gaan als gevolg van een ranavirusbesmetting. Opvallend is verder dat sommige ranavirussen tussen verschillende soorten kunnen worden overgedragen. De mens blijft steeds buiten schot, waarschijnlijk omdat ranavirussen zich vermenigvuldigen bij temperaturen tussen de 12-32°C, terwijl de temperatuur van het menselijk lichaam 37°C bedraagt. Alle hens aan dek Inmiddels wordt overal onderzoek gedaan: er zit veel kennis bij RAVON, universiteit Gent staat haar mannetje, Engelse onder zoekers draaien overuren en ook bij onze oosterburen is het alle hens aan dek. Wat Europese amfibieën betreft, zagen we uitbraken bij Bruine kikkers in Engeland, bastaardkikkers in Denemarken en Alpen watersalamanders en Vroedmeesterpadden in het noorden van Spanje en in Nederland bij o.a. Knoflookpadden, groene kikkers en Kamsalamanders. De uitbraken zijn meestal heftig, van korte duur en komen vooral voor rond de zomer. Het type ranavirus dat bij ons aangetrof fen is, komt ook voor in België, Frankrijk en Spanje. Nederland De eerste virusinfectie ontdekte men in 2010 in Nationaal Park Dwingelerveld (Drenthe) en sindsdien zagen we ook in de provincies Overijssel, Gelderland, Noord- Brabant, Utrecht en Limburg massale sterfte van kikkers en salamanders. Binnen korte tijd, meestal in de zomer of in het najaar, sterft het grootste deel van de lokale populatie. Na de massale sterfte treedt soms herstel op van de populatie en is het aantal dieren na enkele jaren weer hetzelfde als voor heen. Er zijn helaas ook restpopulaties die blijven zieltogen of zelfs geheel verdwijnen. Verspreiding Het virus kan zich verspreiden als een geïnfecteerd dier in hetzelfde water zwemt als een 'schoon' dier. Hiernaast leidt kan nibalisme (een besmet kikkervisje dat wordt opgegeten) of het opeten van een aan rana virus gestorven dier tot besmetting. Ranavirussen kunnen erg lang (langer dan 60 dagen) levensvatbaar blijven in water, in sediment en ook in dood weefsel (een week). Verspreiding door de mens via stromend water, besmette amfibieën (die mogelijk geen ziekteverschijnselen verto nen) en via transport van water en substraat is gemakkelijk en over grote afstanden mogelijk. Ontwikkeling en aanpak Noord-, Zuid-Holland en Zeeland zijn tot nog toe nog gespaard gebleven, maar dat kan gauw genoeg veranderen. Goed oplet ten dus enerzijds en anderzijds goed oppas sen het virus niet te verspreiden. Waarop moeten we letten? - Je kunt een uitbraak herkennen aan mas sale sterfte (80/90 - Dieren zitten in een houding alsof ze weg willen springen, maar ze zijn dood. - Dieren zijn extreem mager. - Extreem vervellen. - Puntbloedingen. - Gezwellen/poliepen. Ranavirussen kunnen overal voorkomen, zowel in grote vennen/poelen in natuurge bieden als in stadstuinvijvers. Schimmels En of het nog niet genoeg is, steken ook enkele schimmels op verwoestende wijze de kop op. Ze veroorzaken de infectieziekte chytridiomycose. Het betreft Batracho- chytrium dendrobatidis ("Bd" in de branche). De impact van "Bd" in Nederland is tot op heden beperkt. In Noord-, Centraal- en Zuid-Amerika en in Australië heeft "Bd" geresulteerd in het uitsterven van tiental len soorten amfibieën, een groot verlies van biodiversiteit dus. Tot nog toe bleef het grootste deel van Europa, inclusief België en Nederland, hiervan gespaard. Dat is wel anders bij Batrachochytrium salamandrivorans ("Bs") die sinds 2013 aangetroffen is en massale verliezen in onze contreien teweegbrengt. Deze schimmel in fecteert namelijk alle salamanders, dus ook de Kamsalamander, Alpenwatersalamander en Kleine watersalamander. We vrezen voor een massale sterfte onder deze soorten in Nederland en onder alle andere soorten in Europa. Zowel over Ranavirussen als over de beschreven schimmels is nog veel ondui delijk. Overal wordt intensief onderzoek verricht en zoekt men naar oorzaken van de plotse manifestaties. Ten behoeve van het onderzoek, maar ook om uitbraken zo snel mogelijk in te dammen is het van belang dat mogelijke besmettingen zo snel moge lijk gemeld worden. Dode dieren kunnen van belang zijn voor dit onderzoek. Vakgroepen van universiteiten in Gent en Leiden, Ravon en nog andere instuten onderzoeken full time hoe deze rampzalige ziekten onder controle kunnen worden ge bracht. Excursieleiders worden uitgebreid geïnstrueerd hoe ze besmettingsrisico's kunnen vermijden tijdens hun wande lingen, en welke maatregelen ze moeten treffen als ze een verdacht geval tegenko men. En mocht uzelf tijdens een excursie 'iets verdachts' opmerken: vertel het uw excursieleider. Info: www.ravon.nl Zoek hier even op 'ranavirus' i

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 2015 | | pagina 11