Tuincentra:
bron van nieuwe exoten
Over immigratie kunnen kabinetten vallen en ook in de plantenwereld gaat
er wel eens wat mis. Alleen gaat het in de plantenwereld met minder tumult
gepaard, zoals Awie de Zwart ons hier vertelt.
Met enige regelmaat duiken er in Neder
land vreemde planten op, ook wel exo
ten genoemd. Het zijn soorten die hier
oorspronkelijk niet thuis horen. Bewust
of onbewust worden ze aangevoerd uit
andere streken. Soms liften ze mee met
schepen, treinen of vrachtauto's, maar ook
vakantiegangers zijn weieens onbewuste
verspreiders van exoten. Niet alle nieuwko
mers redden het. Als het gaat om tropische
soorten zijn ze vaak maar een kort leven
beschoren. Het kille Nederlandse klimaat
maakt in zo'n geval korte metten met deze
ongenode gasten. Andere soorten hebben
onvoldoende concurrentiekracht om zich
staande te houden in de Nederlandse na
tuur. Maar sommige soorten redden het wel
en worden zo onderdeel van de Nederland
se flora. Verreweg de belangrijkste bron
voor exoten in Nederland zijn de tuincentra.
Klimaat
Veel soorten die worden aangeboden via
de handel zijn zogenaamde cultuurvarië
teiten. Een flink deel van deze gekweekte
soorten is niet in staat om levensvatbaar
zaad te produceren en vormen daarom
geen gevaar voor ontsnapping. Toch zit er
binnen het aanbod van vijverplanten wel
een aantal probleemgevallen. We moeten
daarbij denken aan soorten zoals Grote wa
ternavel, Parelvederkruid, Grote waterteu
nisbloem en Watercrassula. Planten die uit
andere werelddelen zijn ingevoerd en via
het tuincentrum de weg naar de particu
liere tuin hebben gevonden. Omdat ze hier
een soortgelijk klimaat treffen als thuis ge
dijen ze hier prima. In snel tempo overwoe
keren ze de vijver, waarna de eigenaar moet
ingrijpen. De vijver wordt geschoond en het
afval wordt niet zelden overgeplaatst naar
een nabijgelegen sloot. Hier woekert de
plant dan rustig verder, wat problemen kan
opleveren voor de doorstroming van het
water. Ook heeft hun woekerend karakter
negatieve gevolgen voor de inheemse flora
die niet is opgewassen tegen deze domi
nantie. In vakjargon worden dit invasieve
exoten genoemd.
Bonsaiboompjes
Naast deze bewust aangevoerde soorten
zijn er ook plantjes die onbewust worden
aangevoerd. Dit zijn vaak kleine éénjarige
plantjes, die graag vertoeven in de potten
met tuinplanten. Deze indringers worden
ook wel potplantadventieven genoemd.
Doordat ze pas na aankomst kiemen, weten
ze ongezien het tuincentrum te bereiken.
Daarna begint de victorie.
Op deze manier heeft zich een paar jaar
geleden een nieuwe veldkers in Nederland
gemeld. Het gaat om de Aziatische veld
kers, die vermoedelijk met een partij bon
saiboompjes in ons land is verzeild geraakt.
Sindsdien is het snel gegaan met deze
exoot. Amper 6 jaar na de eerste vondst
wordt het plantje al verspreid over het hele
land aangetroffen. In april van dit jaar kon
ook Oostburg worden toegevoegd aan de
lijst met groeiplaatsen. In het plaatselijke
tuincentrum stonden tientallen plantjes te
bloeien en vrucht te dragen in grote potten
met stamrozen. Met name het vroege tijd
stip van de bloei, vanaf het midden van de
(milde) winter, is een belangrijk wapen van
de plant. De schoffel en de gifspuit zijn dan
nog in winterrust waardoor de Aziatische
veldkers vrij spel heeft en zich ongestoord
kan voortplanten.
Bescheiden
De Aziatische veldkers is niet de eerste
vreemde veldkers die op deze wijze de Ne
derlandse flora is binnengedrongen. Al eer
der wist de Nieuw-Zeelandse veldkers deze
zelfde route met succes te bewandelen.
Enkele jaren geleden is het éénbloemige
en eveneens éénjarige plantje al gevonden
in de potten van hetzelfde tuincentrum
en recent bleek het nog altijd aanwezig.
Inmiddels had een deel van de plantjes de
potten verlaten en zich tussen de stoepte
gels gevestigd waar ze gebroederlijk samen
groeide met Kleine veldkers. Deze laatste
soort is inheems, wat betekent dat de soort
in ons land thuishoort.
Waar de eerdergenoemde vijverplanten
voor nogal wat problemen kunnen zorgen,
lijkt het er bij de twee veldkersen op dat er
geen sprake is van problematisch gedrag.
Beide soorten voegen zich op een beschei
den wijze in de Nederlandse flora. Ze maken
er vooralsnog geen potje van.
ïwie de Zwart).