Figuur 6: Bezetting kilometerhokken in 2003,2007,2011 en 2015 - géén gebruikmaken van rodenticiden (muizengif); - voedselplekken creëren op en rondom het erf; - knotten van bomen in de juiste periode, dus niet in de balts- en broedtijd (febru- ari-juli); - niet alle knotbomen tegelijk knotten, dit om beschutting te handhaven; - oude vervallen knotbomen en fruitbo men tijdig vervangen door nieuwe; - voor een optimaal voedselaanbod de weide en/of het gazon regelmatig laten begrazen en/of maaien; - het aanleggen van houtstapels, takken bossen en/of houtrillen; - ophangen van nestkasten; - goede voorlichting. Veel van de hierboven genoemde maatre gelen zijn gericht op ingrepen in of nabij het leefgebied van een bestaand steenuil- paar. Hiervan worden de meeste uitgevoerd op het erf waar een steenuilpaar gevestigd is. In nauw overleg met de eigenaar kunnen meestal goede afspraken gemaakt worden om het terrein steenuilvriendelijk(er) te ma ken en/of kleine wijzigingen uit te voeren aan de bedrijfsgebouwen. Bij het ophangen van nestkasten dienen we rekening te houden met de steenmarter. Deze soort is in opmars en heeft Zeeuws- Vlaanderen inmiddels bereikt, in regio's waar de steenmarter reeds voorkomt is geconstateerd dat de steenmarter steen- uilnestkasten bewoond en de steenuil predeert. Bij voorkeur dienen steenmarter- veilige nestkasten gebruikt te worden. Het is belangrijk om gebieden waar maat regelen worden genomen zoveel mogelijk aan te laten sluiten op gebieden waar steenuilen reeds gevestigd zijn. Door o.a. boerenerven die grenzen aan bestaande steenuilpopulaties, geschikt(er) te maken voor steenuilen kunnen deze als stapstenen fungeren om steenuilloze gebieden met elkaar te verbinden. Juridisch bescherming De huidige Flora- en Faunawet beschermt de steenuil en het functionele leefgebied jaarrond. Dit betekent dat het jachtgebied evenals zijn broedplaats niet verstoord mag worden. Regelmatig komt het voor dat de broedplaats en/of het leefgebied van de steenuil aangetast wordt. Bij grote infrastructurele werken, besteedt men hier veelal aandacht aan en worden er tijdig mitigerende en/of compenserende maat regelen getroffen die voortvloeien uit een ontheffing Flora- en Faunawet. Echter, bij kleinere ingrepen in het landschap zoals het kappen van bomen op particuliere erven of het slopen van bedrijfsgebouwen waar steenuilen gevestigd zijn, gaat het regelma tig fout. Deels door onwetendheid van de eigenaar, maar ook omdat het onvoldoende is ingebed in de processen van de over heidsorganisaties (o.a. de gemeenten). De soort wordt vaak over het hoofd gezien met alle gevolgen van dien. Nog vaak worden weilanden die onderdeel vormen van het leefgebied van de steenuil opgehoogd. Nu vrijwel alle locaties van de steenuilter ritoria in Zeeuws-Vlaanderen bekend zijn, kunnen gemeenten en andere overheids instanties die betrokken zijn bij de toetsing van vergunningaanvragen de in dit rapport genoemde onderzoeksgegevens betrekken in hun beoordelingen/overwegingen. Hier mee kan onnodig verlies van een steenuil territorium voorkomen worden en kunnen tijdig mitigerende en/of compenserende maatregelen getroffen worden. Communicatie Een andere maatregel die de steenuil be scherming kan bieden ligt op het vlak van de communicatie. Tijdens de telling in 2011 zijn er verschillende aanvaringen geweest tussen tellers en bewoners van het buiten gebied. Om deze vervelende confrontaties te voorkomen zijn er ditmaal voor aanvang van de inventarisatie verschillende commu nicatiemiddelen ingezet. Zo is er vooraf een goede afstemming geweest met diverse be langenorganisaties in Zeeuws-Vlaanderen, o.a. Wildbeheerseenheden (WBE). Verder is de politie in Zeeuws-Vlaanderen geïn formeerd en is er een vooraankondiging geplaatst in de regionale dag- en adverten tiebladen. Door middel van goede voorlich ting in de vorm van voorlichtingsavonden en informatiefolders wordt getracht de burgers meer kennis bij te brengen over de steenuil en de wijze waarop omgegaan dient te worden met een steenuil. Ringonderzoek Sinds 2013 worden steenuilen geringd in Zeeuws-Vlaanderen. Hierdoor krijgt men een beter inzicht in de ruimtelijke uitwis seling en de leeftijdsopbouw van de soort. Ook worden broedbiologische gegevens Figuur 8: Gebieden waar maatregeien getroffen dienen te worden t.b.v. de steenuil

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 2016 | | pagina 8