Exoten in Zeeuws-Vlaanderen 10 Introduceren exoten door de mens Menselijke ingrepen zijn niet altijd zo suc cesvol. Dat geldt het Aziatisch lieveheers beestje (zie artikel van Anna Almekinders op blz. 8) dat door de tuinbouwsector ingevoerd is, omdat het de luizen zo goed kan bestrijden. Ook al is het natuurlijk niet de bedoeling dat zo'n soort 'uitbreekt', voor het voortbestaan van het inheemse Lieve heersbeestje maakt dat verder niet uit. Zo zijn er ook enkele mossen die sinds een tiental jaren hier voet aan wal gekregen hebben, zoals Gaaf kantmos, dat zich zeer snel verspreidt, van zilte tot zoete onder grond gedijt en gaat overheersen. Welke soorten door deze overheersing zullen verdwijnen, zal nog moeten blijken. Nieuwe ziektes Essentaksterfte kennen we hier sinds een tiental jaren vanuit Oost-Europa. De es is een sterke inheemse soort, die in de rest van Nederland al geruime tijd te lijden heeft van deze schimmel en die sinds kort (2012) ook in onze regio huishoudt. Afzet ten van zieke takken leidt tot verhoogde vatbaarheid, dus dat is geen oplossing. Van het hakhoutbosje aan de Kleine Loodijk is weinig meer over (getuige de foto); de enige hoop ligt in de veronderstelling dat zo'n 5 van het bomenbestand tegen de schimmel bestand is, overleeft, en deze resistente exemplaren kunnen vermeerderd worden. Zo'n aanname was er ook bij de iepenziekte en dat pakte heel anders uit: de eerste ziektegolf viel mee, maar door de tweede gingen bijna alle iepen verloren. Nu zoekt men naar iepvariëteiten die tegen de ziekte bestand zijn. Omdat die van elders Door de klimaatverandering maken we in onze streek regelmatig kennis met nieuwe soorten, exoten, maar we kennen ook soorten, ooit exoot, die inmiddels geheel ingeburgerd zijn. En met welke exoten zijn we blij en met welke heel wat minder Luciën Calle maakt ons in de Grote Kerk te Groede deelgenoot van de beheerspraktijk. Daar waar Martin Loonen in zijn lezing (zie blz. 4-8) o.a. aandacht schonk aan de exoten die door de opwarming van de aarde op Spitsbergen aanlandden, beschrijft Luciën Calle, medewerker ecologie van Stichting Het Zeeuwse Landschap (HZL), de dilem ma's van een natuurbeheerder vlakbij. Zo herbergen we in onze streken al lang allerlei exoten, zijn ze lang niet allemaal storend, maar verschaffen vooral soorten die hun natuurlijke vijanden missen veel ergernis. Winnaars en verliezers Hij noemt een soort als de Veldwesp, die een jaar of tien geleden voor het eerst op het Veerplein in Breskens werd waargeno men en ook de Klimopbij. Ze komen vanuit Frankrijk en stuiten hier op de Westerschel- de die oprukken noordwaarts belemmert. Zo'n horde kan pas met succes genomen worden als voldoende beesten hebben kunnen oversteken en elders hebben kun nen voortplanten. Vanuit zuidelijker oorden bereikte ook de prachtige Bijenorchis onze streken. Aanvankelijk leidt hun voorkomen tot een jubelstemming, maar die slaat om als je beseft dat de soort hier gekomen is als gevolg van de opwarming. En die brengt ook negatieve effecten teweeg. En we kennen ook verliezers: sommige hommels. Veel hommelsoorten zijn de afge lopen 10 jaar schrikbarend achteruitgegaan. Zag je vroeger in het veld iedere dag wel 20 verschillende hommels, tegenwoordig mag je blij zijn als je er nog 6 tegenkomt. Zo zal de tuinhommel bij ongewijzigd beleid rond 2100 grotendeels uit Europa verdwe nen zijn. En dat ligt dan niet alleen aan de opwarming, maar ook doordat steeds meer chemicaliën rondwaren. Fijnspar en Grove den Exoten die we eigenlijk niet als zodanig beschouwen zijn Fijnspar en Grove den: ze komen niet van zo ver hiervandaan. Beide onderhouden een symbiotische relatie met zwammen en hebben een typerende fauna als bladwespen en zweefvliegen en de ver wachting is dat deze soorten een geringe geografische verschuiving wel kunnen opvangen door 'mee te reizen.' De menin gen zijn soms ook verdeeld. Naaldbossen komen van nature weinig in Nederland voor, en hierom kiezen natuurbeherende instellingen meestentijds voor aanplant van loofhout. Veel naaldhout verdwijnt, terwijl honderden soorten paddenstoelen (waarvan 220 stuks Rodelijstsoort) alleen voorkomen in een naaldbos. Onze mycolo- gen prefereren dan ook exotische dennen boven inheemse essen. Het Zeeuwse Land schap kiest, ten behoeve van de biodiver siteit, weloverwogen voor behoud van de huidige naaldbomen.

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 2016 | | pagina 10