Opwarming aarde en exoten s 5 Donderdag 19 mei beluisterde uw redactie in de Grote Kerkte Groede een presentatie over Nederlands onderzoek op Spitsbergen. Ook al ligt dat niet bij de deur, het verschafte veel inzichten, die te pas komen bij willekeurig welk onderzoek over biodiversiteit, dus ook in het landje van Cadzand. De presentatie werd gegeven door dr. Martin Loonen, medewerker van Rijksuni versiteit Groningen. Hij vertelde ons in april 2015 over de Noordse Stern, terwijl René Beijersbergen hierna aandacht wijdde aan leden van de Sternfamilie die ook in Zee land voorkomen. Zo vond Greenpeace enkele kenmerkende oude foto's, zocht de exacte plaats op waar de foto destijds genomen werd en maakte een actuele foto. Als je dan de foto van 1918 vergelijkt met die uit 2002 zie je hoe snel een gletsjer als de Blomstrandbreengletsjer kan verdwijnen. temperatuur wel 7° C. hoger. Ten tijde van de lezing zijn de Barentszee en veel kusten van Spitsbergen zo goed als ijsvrij. Wereldwijd mag dan wel overeengekomen zijn, dat temperatuurstijging beperkt moet worden tot 2° C„ maar de stijging blijkt on gelijk verdeeld. Waar de onderzoekers van 'ons' poolstation eerst dachten dat het een uitschieter betrof, wordt steeds duidelijker dat de stijging rond Spitsbergen permanent Dat geldt ook voor de temperatuur van het omringende zeewater. De veronderstelling dat Spitsbergen, als eiland, zou profiteren van enige bufferwerking van de oceaan, blijkt onjuist. De Warme Golfstroom komt -S 4 3 1, 2 1 Ten tijde van de presentatie was dhr. Loo nen volop bezig met de organisatie van 'de grootste Nederlandse poolexpeditie ooit' die zou plaatsvinden in de periode van 19 tot 28 augustus 2015 en waaraan zo'n 50 wetenschappers zouden deelnemen. Het Nederlands Poolstation Martin Loonen bezoekt al sinds 1990 iedere zomer Spitsbergen om onderzoek te doen. Het eiland Spitsbergen (meer een archipel) ligt zo'n 1000 km boven de Noordkaap en 900 km bezuiden de noordpool. Hij verblijft dan in Ny-Alesund, ooit een dorp bij een steenkoolmijn, maar nu een onderzoeks- dorp waar veel wetenschappers die zich o.a. met klimaatonderzoek bezighouden, onderdak vinden. Sinds 1996 is zijn vaste onderkomen (een houten hut) omgedoopt in "Nederlands Poolstation" en valt onder de verantwoordelijkheid van het Arctisch Centrum van Rijksuniversiteit Groningen (www.poolstation.nl). Temperatuurstijging Om snel enig beeld te krijgen op verande ringen zijn foto's erg instructief. (foto situatie 2002 - Greenpeace magazine 2002-4). Een grafiek (bovenaan blz. 5) geeft de temperaturen weer vanaf 1951 tot begin dit jaar. De temperatuur op de zuidpool (- 90° Latitude - Zuiderbreedte) blijkt redelijk stabiel, maar naarmate men noordelijker komt, is de stijging hoger. Rond de evenaar (0 - lijn) een stijging van 1,5° C., in Groede (51,4° Noorderbreedte) een toename van 1° C„ maar op Spitsbergen 78° NB) ligt de noordelijker, maar in 2006 schoot deze warmtetong ineens veel noordelijker door langs bijna de gehele westkust van Spits bergen. De jaren hierna weer wat minder, maar de gevolgen van de 2006-uitschieter werken nog door. Verder blijken ijshoeveelheden gestaag af te nemen. In 2012 tekende men een abso luut ijsminimum op, nadien ging het enkele jaren iets beter (lees: minder slecht), maar de situatie ten tijde van de lezing lijkt een voorbode van een nog groter dieptepunt dan in 2012. Gevolgen van de opwarming Men neemt waar dat rond Spitsbergen nu soorten voorkomen, die niet eerder aange troffen zijn. Zo zag men in 2006 voor het eerst vissen als de Adderzeenaald (Erttelurus aequoreus) en ook de Lodde (Mallotus villo- sus) was nieuw. Sinds 2013 ziet men Makreel (Scomberscombrus). Deze soort zat tot in het begin van de 19e eeuw hoofdzakelijk in de Noordzee, kwam zelfs niet tot in Noor wegen en waart nu 3000 km noordelijker tot bij Spitsbergen rond.

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 2016 | | pagina 4