9 n Tuinvogeltelling Het Vlaemsche Erfgoed Total O eo> /!N Groede Link met Landelijke Natuurorganisaties. Alle leden van de Vogelbeschermingswacht werden, althans in de beginjaren ook lid van de Nederlandse Vereniging tot Bescherming van Vogels. Hieronder iets meer over een paar landelijke natuurorganisaties van het eerste uur. In 1899 werd de Vereeniging tot Bescherming van Vogels opgericht en was daarmee de 1e nationale natuurbeschermingsvereniging in Nederland. Deze vereniging kwam voort uit de "Bond ter bestrijding eener Gruwelmoord", die eerder in 1892 werd opgericht en zich keerde tegen het gebruik van vogelonderdelen voor kleding, met name hoeden. We kennen de vereniging nu als Vogelbescherming Nederland, (www. vogelbescherming.nl De Nederlandse Natuur Vereniging, KNNV na getooid te worden met het predikaat Koninklijk, werd in 1901 opgericht en bestaat dus bijna even lang. Dit is een brede organisatie, niet enkel gericht op één soort. Zij richtte, o.a. samen met ANWB, Natuurmo numenten en Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) aanvankelijk een Comité op, in 1938 uitmondend in de Bond tegen Verontreiniging van Stad en Land. In 1948 werd dat de Bond van Natuurbeschermingswachten. Men kwam later tot het besef dat met educatie en voorlichting een betere bescherming en breder draagvlak konden worden bereikt dan met bestraffend optreden. Zo ontstond hieruit in 1960 een organisatie die zich meer ging toeleggen op gidswerk en enthousiasmeren van publiek: het Instituut voor Natuurbeschermingseducatie (IVN). (www.knnv.nl en www.ivn.nl Op 6 mei 1961 werd door IVN op 50 plaatsen in Nederland een natuurwandeling geor ganiseerd met als doel belangstelling voor natuur en landschap te wekken. Eén van die locaties was de Geïnundeerde Zwarte Polder te Nieuwvliet, mede uitgekozen omdat men vreesde dat die i.v.m de Deltawerken verloren zou gaan. Ook de leden van Natuurbe- schermingswacht 't Duumpje werden uitgenodigd voor deze gelegenheid. - Naast de bescherming van broedgebie den, waarin de rol van "beschermings- wacht" in letterlijke zin werd toegepast, kwam men ook op voor de bescherming van andere soorten. Men maakte zich onder meer sterk om voor een gebiedje in Aardenburg, waar 200-300 harlekijn- en handekenskruidorchissen (hoe noemen we die nu?) bloeiden, een beschermde status te verkrijgen. Helaas blijkt in de volgende brief dat dit niet haalbaar was: de eigenaar wil niet verkopen, maar geeft wel aan de structuur van de grond niet te zullen veranderen. Staan ze er nog?? - Het volgende is letterlijk overgenomen uit het mededelingenblad van november 1967: "Op maandag 6 mei 1967 werd C. Riemslag opgebeld door wethouder CLAEYS uit Bier vliet dat bij hem in de omgeving van Dun- népolder te Biervliet een arend zat. Snel werd dit bericht doorgegeven. Ter plaatse versche nen burgemeester Kostense, F. Haak (voorzit ter vogelwacht OostZeeuwsch-Vlaanderen) met zoon en H. Enkelaar. Riemslag wist enkele fraaie dia's van de vogel te maken, waaronder één in vogelvlucht. Na onderling beraad en na enkele Belgische vogelkenners geraadpleegd te hebben werd vastgesteld dat we hier te doen hadden met een juve niele SCHREEUWAREND, de 15e waarneming in Nederland en de eerste waarneming voor West Zeeuwsch-Vlaanderen." Omdat ik nog nooit van een Schreeuwarend heb gehoord en ook de naam me fasci neert, zoek ik wat informatie op internet. In de soortenlijst van Dutch Birding, staan 9 waarnemingsgevallen van de Schreeuw arend (1855-2014) in Nederland, maar die uit Biervliet ontbreekt. Zou bovenstaande infor matie voldoende overtuigend zijn, om deze waarneming alsnog vermeld te krijgen? Het lijkt me het proberen waard; jullie worden op de hoogte gehouden. (Eventuele reacties graag sturen aan secretariaat@duumpje.nl). Niet alleen in het verleden werden er pogingen gedaan steeds meer mensen te betrekken bij "al wat leeft, al wat bloeit wat ons steeds weer boeit." Door de verstedelijking komen veel Ne derlanders amper meer in de vrije natuur, maar dat hoeft geen belemmering te zijn ook midden in stad of dorp wat natuur op te snuiven. Om bewoners met een gewoon huis- en keukentuintje of zelfs alleen met een balkonnetje aan te sporen wat beter te kijken wat vlakbij aan vogeltjes rondschar relt om zo wat meer oog voor de natuur te krijgen, startte Vogelbescherming Neder land met de organisatie van de jaarlijkse Tuinvogeltelling. Afgelopen februari voor de 14e maal. Het is iedereen, van de jongste jeugd tot oudste knarren, mogelijk gemaakt eraan mee te doen. Via smartphones, ap- pjes en internet is deelname zo laagdrem pelig dat vorige maand 61.229 deelnemers 46.277 tellingen verrichtten en 946.491 vogels telden. Enkele'highlights - De huismus is het meest geteld in dorpen, maar bijna niet meer in de steden. Omdat huismussen in groepjes leven, is de huismus landelijk toch de meest getelde soort. - De kauw is het meest geteld in provincie steden (Alkmaar, Leiden, Breda). Ook op vallend: de hoge notering van de Turkse tortel. - De koolmees is het meest geteld in de grote steden. Ook opvallend: de hoge no tering van stadsduif en halsbandparkiet. - Veel interessante gegevens zijn op de site van Vogelbescherming te zien. Zo kunt u bv. zien wat in uw eigen dorp (op het plaatje hieronder 'Groede') ingevuld is door uw medebewoners. - www.tuinvogeltelling.nl/resultaten/in- mijn-buurt - of indirect via www.vogelbescherming.nl 1 Turkse tortel 34 2 Kauw 19 16 675

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 2017 | | pagina 14