I
Wantsen in de Olieslagerspolder
Als je, zoals Anna Almekinders, intensief naar vlinders speurt, kom je ook allerlei
andere schepselen tegen, zoals wantsen, waarover hieronder meer.
Dit en komend jaar worden waarnemingen
van 10 wantsenfamilies verzameld door EIS
Kenniscentrum insecten, de Nederlandse
Entomologische Vereniging en jeugdbon
den voor natuurstudie. Het ligt in de bedoe
ling dat er in 2019 een verspreidingsatlas
uitkomt. Mede hiervoor worden waarne
mingen van genoemde wantsenfamilies op
Waarneming.nl gezet. Op Waarneming.nl
is ook informatie beschikbaar voor de deter
minatie. In dit artikel worden drie soorten
van de doelgroep genoemd. Alle drie de
soorten behoren tot dezelfde familie nl. de
Schildwantsen (Pentatomidae).
Koolschildwants (Eurydema oleracea).
Deze wants is ongeveer 7 mm lang en is
zwart met lichte vlekken en strepen. Deze
vlekken kunnen verschillend van kleur zijn:
geel, wit of rood. Het is een soort die op
veel plekken voorkomt als er tenminste
kruisbloemigen staan. Bij ons zijn ze vooral
te vinden in de bijen-bloemenrand. Zoals
de naam aangeeft, kan deze wants ook op
kool worden aangetroffen. Wij hebben ze
echter nog niet in de moestuin gezien.
Pyamaschildwants (Graphosoma lineatum).
Deze wants is ongeveer een centimeter
lang en zeer opvallend getekend, rood met
zwarte strepen aan de bovenkant. Aan de
onderkant is hij gestippeld. Deze soort was
tot enige tijd geleden vrij zeldzaam in ons
land, maar de laatste jaren is daar verande
ring in gekomen. Hij leeft van schermbloe-
migen, bij voorkeur op zonnige plekken.
Zo opvallend als de volwassen exemplaren
(imago's) zijn, zo onopvallend zijn de nim
fen (larven). De planten waarop ze hier zijn
gezien, zijn bieslookstengels. Deze staan
wel naast selderijplanten. Waarschijnlijk
hebben ze zich daarmee gevoed.
Zuidelijke groene schildwants (Nezara
viridula).
Deze wants is tussen de 12 en 16 mm lang
en is een zogeheten exoot. Hij is ingevoerd
met groenten uit zuidelijker landen. Hij is
dan ook vooral in tuinbouwgebieden te
vinden. Hier in de Olieslagerspolder waren
ze in en bij onze akkerrand te zien. Hoe ze
hier gekomen zijn, is niet bekend. In totaal
waren er rond de 10 exemplaren, eerst
als nimf later als imago. Meestal zaten ze
op brandnetels. Een enkele keer waren
ze op bloemen te zien, zelfs vlak naast
sperzieboontjes, die als waardplant wordt
genoemd. Misschien hebben ze daar toch
wel van gegeten, al hebben we dat niet
kunnen ontdekken.
Exoten
Insecten die van ver zijn ingevoerd, kunnen
erg lastig zijn. Omdat ze, zoals bij deze soort
het geval is, veelal met voedselplanten
worden meegenomen, kan dat een plaag
worden. Inheemse soorten zijn veelal ge
richt op inheemse planten. Hoe rampzalig
deze soort voor de tuiniers wordt, is nog
even afwachten.
*jr