K i' -M to tt Herkenning Als je een hommel wilt herkennen, is het handig eerst even naar zijn kontbeharing te kijken. Je moet dit niet letterlijk nemen, want hommels hebben geen kont zoals wij, ten minste: ze hebben geen billetjes. Het gaat om de beharing van de achterlijfspunt, zo ongeveer vanaf halverwege het achter lijf. Je kunt zo witkonten en rood-oranje- bruinkonten onderscheiden. Hieronder beschrijven we de meest voorkomende soorten en van elke soort is er ook een foto. Kijken jullie even mee? De akkerhommel Het meest eenvoudig is de akkerhommel. Het is een bruinkont die verder alleen zwar te en bruine haren heeft, zonder duidelijke banden. De dieren kunnen wel erg variabel zijn, met meer of minder lichtgekleurde haren. Weidehommel op wateraardbei een parend stel. Het vrouwtje heeft een rode kont; bij het mannetje is die meer oranje. Het mannetje is kleiner, slanker en heeft ook een lichtgele band op de borst. Daarmee lijkt hij wel op een weidehommel. Je kunt echter zien dat het een mannetje is aan de lichte beharing tussen de ogen. Let ook eens op de angel die het vrouwtje uitgestoken heeft! De boomhommel De nu volgende soorten zijn allemaal witkonten. De boomhommel is van die groep de makkelijkste. Ze heeft helemaal geen gele banden en is verder bruinzwart- behaard. Ze lijkt wel een beetje op een ak kerhommel, maar die heeft geen witte kont. Bij de boomhommel op de foto moetje wel goed kijken, want het wit is wat verborgen achter de rest van het achterlijf. Het beste kan je alle kleuren zien als je de hommel van opzij bekijkt. Zoals de naam al zegt, nestelt deze soort graag in holten in bo men, maar ook in nestkastjes voor mezen. De aardhommel Met de volgende hommelsoorten begint de herkenning ietsje moeilijker te worden. Ze hebben allemaal zwarte haren, een witte kont en een of meer gele banden. De aardhommels bestaan eigenlijk uit vier soorten, die op het zicht niet uit elkaar zijn te houden. Ze hebben meestal 2 of 3 gele banden waarvan de laatste op het borst- De weidehommel De weidehommel heeft een oranje kontbe haring en één of twee gele banden over het borststuk en is verder donker gekleurd. Het is een vrij kleine soort die alleen tot in de voorzomer vliegt. In de nazomer en herfst zie je ze niet meer. De steenhommel Ook de steenhommel heeft een oranje of rode kont. Op de foto hierboven zie je stuk niet helemaal achteraan ervan zit en die op het achterlijf niet helemaal vooraan ervan. Er zitten dus steeds ook zwarte haren tussen die twee gele banden. Soms moetje wel goed kijken om de banden te kunnen zien, de hommels kunnen immers helemaal onder het stuifmeel zitten; zie de foto hier boven, waarbij de gele borstband nog maar net te zien is. Zien jullie hem ook? En zien jullie dat de gele band van het achterlijf niet helemaal vooraan zit? De veldhommel De veldhommel is de enige van de vier aardhommels die je soms wel met zeker heid kunt onderscheiden. Dat geldt alleen voor de mannetjes die vanaf de midzomer tot in het najaar vliegen. Je kunt ze direct- herkennen aan het bosje lichtgekleurde haren tussen de ogen, de andere aardhom mels zijn daar altijd zwartbehaard. Manne tjes zijn ook wat langer en dichter behaard. Ook het gedrag van mannetjes is anders: ze verzamelen nooit stuifmeel, en dus hebben ze ook nooit stuifmeelballetjes aan hun achterpoten. De tuinhommel Bij de tuinhommel zit de tweede gele band van het borststuk wel helemaal achteraan en die van het achterlijf helemaal vooraan. Er zitten dus geen zwarte haren tussen en het lijkt dan wel alsof het één brede gele band is. De tuinhommel is tamelijk groot en heeft een lange kop. Ze heeft ook een lange tong; daardoor bezoekt ze bijna alleen bloemen met een lange kelkbuis, zoals kamperfoelie of vingerhoedskruid. De tuinhommel is niet zo algemeen. Je ziet hem nooit met velen bij elkaar. De grote koekoekshommel Koekoekshommels zijn zowel aan hun afwijkend gedrag als aan het uiterlijk te herkennen. Ze hoeven geen stuifmeel te verzamelen en ze zitten dus alleen op bloe men om wat nectar te drinken. Vrouwelijke koekoekshommels kunnen eindeloos lang vlak boven de grond zoeken. Ze zoeken dan naar een geschikt nestje van een andere hommel dat ze kunnen inpikken. Ze hebben een hardere chitinehuid met minder haren. Het achterlijf glimt daardoor wat meer. De meeste koekoekshommels zijn fors gebouwd. Daarnaast hebben alle soorten koekoekshommels ook wel hun eigen typische kenmerken. Zo zitten er bij de grote koekoekshommel net voor het begin van de witkont aan beide zijden wat gelige haartjes. De gewone koekoekshommel De gewone koekoekshommel is tamelijk makkelijk te herkennen. Ze heeft alleen gele en zwarte haren die netjes in bandjes staan. Van een afstand zou je de soort met akker hommel kunnen verwisselen, die soms ook best veel lichtere haartjes kunnen hebben. Maar bij de akkerhommels staan die veel meer door elkaar en dus niet in bandjes. Zelf aan de slag Zo is het nog een hele lijst geworden. Als je goed naar het gedrag van de dieren en de kleurenverdeling kijkt, zal je merken dat het niet zo moeilijk is de verschillende soorten te herkennen. We hopen dat jullie ermee aan de slag gaan en zijn benieuwd welke soorten jullie allemaal gaan zien.... Nog aanwezige soorten in West Zeeuws-Vlaanderen Nederlandse naam Wetenschappelijk Status Nederlandse naam Wetenschappelijk Status 1 Tweekleurige koekoekshommel bohemicus weinig 11 Vierkleurige koekoekshommel sylvestris weinig 2 Gewone koekoekshommel compestris weinig 12 Aardhommel (complex) terrestris talrijk 3 Tuinhommel hortorum weinig 13 Grote koekoekshommel vestalis weinig 4 Boomhommel hypnorum algemeen 5 Veenhommel jonellus zeldzaam Uitgestorven soorten 6 Steenhommel lapidarius algemeen 1 Heidehommel humilis 7 Veldhommel lucorum algemeen 2 Moshommel muscorum 8 Akkerhommel pascuorum talrijk 3 Rode koekoekshommel rupestris 9 Weidehommel pratorum algemeen 4 Zandhommel vestalis 10 Grashommel ruderarius weinig

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 2018 | | pagina 6