Klein vlooienkruid in De Blikken Knotprogramma 2018-2019 Golepoldersedijk - Breskens. Sint Anna ter Muiden. In de loop der jaren echter werd het waterschap steeds profes sioneler, kantonniers volgden snoeicursus- sen en vanaf 2002 voert het waterschap alle onderhoud inmiddels zelf vakkundig uit. Zo kwam er steeds meer tijd vrij om particu lieren een handje te helpen in het onder houd van heerlijkheidjes in het buitenge bied en onze knotters hebben een groot aantal vaste adressen waar ze ieder jaar een handje helpen met onderhoud van knotbo- men, aanleggen van takkenrillen etc. Nieuwe taakverdeling Aangezien Sjaak Herman aangaf dat hij na de afgelopen winter de tijd gekomen vond de coördinatie van het knotwerk aan een jonger generatie over te dragen, was dit een goede gelegenheid om de taken bin nen de werkgroep wat anders te verdelen. Desiree van 't Wout treedt nu op als alge meen coördinaotor met als haar vervanger Tonnie van Noord. Gerard van Daele, die al zo lang meedraait dat hij blindelings alle actieplaatsen kan vinden, zorgt voor scherp materieel, ladders'en wat dies meer zij. Emmy en Luciën Boerjan nemen de admi nistratie voor hun rekening, terwijl Aloys de Koek tot slot zorgt dat 'het afkomend hout' een juiste bestemming krijgt. Nieuwe aanwas Al eerder dan Sjaak ging een aantal van zijn leeftijdgenoten met groot verlof en de knotwerkgroep is zo gelukkig dat nieuwe gezichten aangetreden zijn, maar nog meer nieuw bloed is altijd welkom. De aard van de werkzaamheden is niet veranderd en er wordt nog steeds met 'ellebogenstoom' gewerkt. En als u eens op een maatschap pelijk plezierige wijze met uw ellebogen wil werken, help dan een handje mee met onze knotwerkgroep. U bent buiten, in bewe ging, er wordt altijd gezorgd voor een natje en droogje, dus wat wil je nog meer. Voor seizoen 2018 -2019 is de aftrap al ge geven op 3 november tijdens de Natuur werkdag aan de Marolleput. De klus daar is inmiddels afgemaakt op 17 november. Op 15 en 29 december vervolgt men de karwei aan de Golepoldersedijk 1 te Breskens bij familie Van 't Westeinde. Er is daar veel werk o.a. aan één van de zo lang zamerhand zeldzame dijkjes in Zeeuws- Vlaanderen die nog niet onder het asfalt zijn verdwenen. Hierna, zaterdag 12 januari treedt de knot werkgroep aan bij familie Scheele aan de Klakbaan 1,4515 NE te IJzendijke. 26 januari 2019 starten de werkzaamheden bij Marjolein van Viegen die een geheel eigen natuurgebiedje achter haar woning met onze hulp in ere kan houden aan de Cathelijneweg 1,4501 PT te Oostburg. Al vele jaren helpen we dhr. en mevr. Bridié aan de Westlangeweg 2,4513 KM te Hoofdplaat hun woonst in een voor de natuur aantrekkelijke toestand te houden. Dit seizoen slaan we hier op 9 februari de hand aan de boom. Op zaterdag 23 februari gaan we naar Ijzendijke waar we aan de Watervlietseweg 18,4511 SB familie De Smet bijstaan met het onderhoud. Ook op 9 maart werken we op deze locatie. We sluiten het seizoen af op 23 maart in De Groese Duintjes. Zeeweg 4a, 4503 PC Groede. Het gebiedje is eigendom van het waterschap en destijds in beheer gege ven bij 't Duumpje en het is altijd weer een hele karwei om te voorkomen dat heel het gebied dichtgroeit met struweel. In het verleden zijn er diverse soorten koeien, schapen en zelfs geiten gehuisvest om ervoor te zorgen dat het open blijft. Hiernaast moet het vermaak goed onder houden worden om te voorkomen dat het ingeschaarde vee uitbreekt en naburige recreanten schrik aanjaagt. De laatste zaterdag van het seizoen, 6 april, houden we voorlopig in reserve. Er kan altijd een urgente klus tussendoor komen en mocht dat niet het geval zijn, kan de dag besteed worden aan een stoomcursus "zaag- en veltechniek." Voor vragen: Desiree van 't Wout. dvantwoud@zeelandnet.nl/06-49244162. Het streven gebieden te vernatten ten gunste van een interessanter vegetatie gebieden, zoals in de Blikken, zou kunnen leiden tot verschijning van verras send nieuwe soorten, zoals in dit artikel wordt beschreven door Awie de Zwart, die ook de foto's maakte. Half augustus trof ik op een van de droog gevallen oevers in de Blikken een kleine geelbloeiende composiet. Hoewel ik deze plant op mijn zoektochten in het verleden nog nooit was tegengekomen, was het voor mij meteen duidelijk dat het Klein vlooienkruid betrof. De plaatjes uit de boeken hadden zich blijkbaar met succes in mijn geheugen gegrift en geduldig op dit moment gewacht. Het ene exemplaar dat mijn aandacht had getrokken, bleek al snel een voorbode te zijn van meer. Op korte afstand van de eerste vondst telde ik nog ruim 2100 bloeiende exemplaren. Ze groeiden verspreid over een beperkte smalle strook op een drooggevallen oever. Omdat de Blikken nog veel meer van der gelijke oeverzones telt, besloot ik verder te zoeken, maar zonder resultaat. Het bleef bij die ene locatie. Dat sterkte mijn vermoeden dat Klein vlooienkruid pas sinds kort in de Blikken voorkomt. Mogelijk dat trekvogels twee winters geleden onbewust een enkel zaadje hebben aangevoerd, waaruit de volgende zomer een plant is ontkiemd die succesvol zaad heeft geproduceerd. Zaad dat vervolgens rondom de moederplant is terechtgekomen en door het stijgende winterpeil op een smal vloedmerk is afgezet en dit jaar massaal ontkiemt. Rivierengebied Klein vlooienkruid is een eenjarige plant die behoort tot de vlooienkruidfamilie, waartoe ook het overblijvende en bij ons algemene Heelblaadjes behoort. De plant is getooid met kleine gele bloeiwijzen. Het gele hart van deze composiet wordt aan de randen gesierd met talrijke kleine gele kroonblaad- jes. Kenmerkend is verder het opvallend golvende grijsgroene blad. Net als Heel blaadjes wordt ook het Klein vlooienkruid niet door het vee gegeten. Een sterke geur en harde stengel weet de plant voor vraat te behoeden. Oorspronkelijk waren de groeiplaatsen van deze plant vooral te vinden in het rivierengebied. Daar bevolkt ze vanaf de zomer de droogvallende oevers langs de rivieren. Inmiddels lijkt ze haar areaal wat uit te breiden. Eerste stapjes Tot vrij recent was Zeeland voor het Klein vlooienkruid nog een witte vlek. Pas in 2014 werd haar voorkomen voor het eerst vastgesteld binnen onze provinciegrenzen, in de Scherpenissepolder op Tholen. Dit jaar leek De Blikken de tweede vondst voor Zeeland op te leveren. Al snel werd echter duidelijk dat ook in de Vlaakse Moer op Zuid-Beveland, ongeveer gelijktijdig, een populatie Klein vlooienkruid was ontdekt. Een goede maand later kon daar ook nog een kleine groeiplaats in de Baarzandse kreek aan worden toegevoegd. Van een ware invasie lijkt nog geen sprake, maar van enkele voorzichtige eerste stapjes kunnen we toch wel spreken. Waarom nu Een interessante vraag is waarom de plant zich nu pas in Zeeland laat zien. Het is niet waarschijnlijk dat de aanvoer van zaad in het verleden de bottleneck is geweest. Wa tervogels pendelen immers al eeuwenlang tussen het rivierengebied en de Zeeuwse delta. Nee, de oorzaak moet vermoedelijk eerder worden gezocht in de toename van geschikt biotoop. De laatste decennia is er veel nieuwe natte natuur aangelegd die in de zomer rijkelijk is voorzien van droogval lende oevers. Bovendien zijn veel bestaan de natuurgebieden door het plaatsen van stuwtjes veel natter geworden. Meer zoet regenwater onderdrukt de zoute kwel. In de Blikken bijvoorbeeld, groeide tot in de jaren negentig van de vorige eeuw nog zeekraal. Door het vasthouden van de winterse neerslag is deze zoutplant nu volledig uit het gebied verdwenen en heeft onder meer plaats gemaakt voor het Klein vlooienkruid. Het is overigens niet de eerste plant uit het rivierengebied die zijn areaal naar de Zeeuwse delta heeft uitgebreid. Soorten als Slijkgroen en Blauwe waterereprijs gingen het Klein vlooienkruid al voor. Ik kan wat dat betreft niet wachten op het nieuwe groeiseizoen. Het begint nu al te kriebelen.

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 2018 | | pagina 5