De Roodborsttapuit
(Saxicola torquata)
Invasieve exoten
n
Honingbij
Duitse wesp
Aziatische hoornaar
Europese hoornaar
Sommige vogels zijn zo bijzonder dat ze een eigen coördinator hebben. Zo richt
Piet du Burckzich op de Roodborsttapuit en maakt hij ons deelgenoot van zijn
specialisme. De foto is gemaakt door zijn zoon John.
Opeens is hij er weer, en hoor je zijn
opgewekte scherpe 'wie-tak' of fluitende
'wiet' roep vanuit de top van een struik. De
roodborsttapuit keert tussen eind februari
en mei terug uit het overwinteringsgebied
aan de westkant van de Middellandse Zee.
Met ongeveer 16.500 paar is de roodborst
tapuit een vrije algemene broedvogel in
Nederland. Het zijn bedrijvige beestjes, die
twee tot drie legsels per jaar produceren.
Het gaat dan ook redelijk goed met deze
soort: veel recent aangelegde nieuwe na
tuurgebieden vormen in het eerste stadium
een geschikt biotoop. Je vindt ze op de
heide, in de duinen, in ruige, open moeras
gebieden en in halfopen boerenland. Hun
voorkeur gaat uit naar open tot halfopen,
vaak droge terreinen met enige struweelop
slag of hoog opschietende kruiden. Vanaf
een uitkijkpost in het territorium wordt het
grootste deel van het uit insecten en ander
klein gedierte bestaande voedsel opge
spoord. We moeten dan denken aan voor
namelijk insecten zoals langpootmuggen,
maar ze eten ook wormen, rupsen, vlinders,
spinnen, slakken, zaden en bessen.
Herkenbaarheid
Ze zitten vaak opvallend te wezen in de top
van een struik, waarbij ze ook hun kenmer
kende roep laten horen: "wiet, tkk, tkk"; dat
laatste klinkt als twee kiezeltjes die tegen
elkaar aan worden getikt.
Zowel mannetjes als vrouwtjes hebben een
oranje borst, maar de mannetjes vallen het
meest op. De vrouwtjes hebben naast die
oranje borst bruingestreepte bovendelen
en twee witte vlekken op de bovenvleugel.
Mannetjes hebben dat ook, maar daarnaast
hebben die een witte stuitvlek, witte hals
zijden en een zwarte kop. Hij zit vaak op de
top van struiken en maakt daarbij een dan
sende zangvlucht. De jonge vogels lijken op
het gespikkelde vrouwtje, maar zijn lichter
bruin en goed gecamoufleerd.
Broeden
Onze tapuit broedt vanaf maart en heeft tot
wel drie legsels per seizoen van meestal 4
a 6 eieren. Het nest wordt laag bij de grond
gemaakt, goed verscholen in een dichte
vegetatie. Roodborsttapuiten zoeken hun
voedsel en nestgelegenheid in structuur-
rijke open gebieden.
De Roodborsttapuit staat erom bekend zijn
nest fel te verdedigen. Kom je naar zijn zin
te dichtbij, dan kan je flink wat getetter naar
je hoofd krijgen. Ze broeden 14 a 15 dagen
waarna de jongen daarna nog 13 tot 16
dagen op het nest blijven. Na het uitvliegen
blijven ze nog zo'n 8 -14 dagen afhankelijk
van de ouders.
Vogeltrek
Roodborsttapuiten brengen de winter
veelal door in Zuidwest-Europa, Frankrijk,
het Iberisch Schiereiland en Noord-Afrika.
Vanaf september en oktober trekken ze
naar het zuiden en in februari zijn de eerste
koppels weer terug in Nederland. Bij zachte
winters overwinteren er ook roodborstta
puiten in Nederland, vooral in het klein
schalig cultuurlandschap
Vogelwerkgroep 't Duumpje
Onze Vogelwerkgroep inventariseert dit
kleurrijke vogeltje al sinds de oprichting en
beschikt inmiddels over een uniek meerja-
renoverzicht met territoriums. De "Avifauna
van West Zeeuws-Vlaanderen" (Samenstel
ler H. Enkelaar) vermeldt zelfs broedgeval-
len van enkele koppels in de omgeving van
Waterlandkerkje-Stroopuit van vóór 1961.
In de periode vanaf 1 april tot 15 mei speu
ren verschillende werkgroepleden jaarlijks
het hele werkgebied nauwkeurig af op zoek
naar de territoriums van dit bijzondere vo
geltje. Zeeuws-Vlaanderen is gelukkig nog
een gewild leefgebied.
Het overzicht met de telresultaten van 2018
(120 territoriums) treft u hierbij.
Bij het ter perse gaan van dit artikel waren
de telgegevens van dit jaar nog niet voor
handen.
Broedvogelterritoriums 2018.
Eerder schonken we in dit blad al aandacht aan 'invasieve exoten' en de vraag
hoe hiermee om te gaan. Dat ging toen over planten, maar er zijn ook insecten
die een bedreiging vormen voor inheemse soorten, zoals de Aziatische hoornaar.
De coördinatie van zulke acties ligt bij de
provincie die het weer heeft uitbesteed aan
de Stichting Landschapsbeheer Zeeland
(SLZ) die al geruime tijd exoten bestrijdt
die op de Europese lijst staan. De hieraan
gekoppelde monitoring is evenmin onbe
kend terrein en dikwijls wordt SLZ hierbij
geholpen door vrijwilligers, in veel gevallen
gelieerd aan verenigingen als Steltkluut en
Duumpje.
De Aziatische hoornaar (Vespa velutina),
is een grote wesp, maar een relatief kleine
vertegenwoordiger van het geslacht hoor
naars. Van nature komt hij voor in delen van
Zuidoost-Azië, maar sinds 2017 komt deze
invasieve exoot ook voor in Nederland en
Vlaanderen. De koninginnen kunnen tot 30
millimeter lang worden, de werksters tot 20
mm en de mannetjes tot 25 mm, waarmee
de Aziatische hoornaar iets kleiner is dan
onze 'streekeigen' hoornaar.
De reis naar Nederland
De Aziatische uitvoering kwam in 2004 naar
Frankrijk, vermoedelijk in een lading uit
China geïmporteerde bonsaïpotten. In 2009
waren er duizenden nesten rondom Bor
deaux, in 2015 zaten ze overal in Frankrijk
en eind september 2017 was Nederland aan
de beurt en wel in Dreischor op Schouwen.
Schoondijke haalde een jaar later het lan
delijke nieuws: men moest zelfs een drone
inzetten om het bijna onvindbare nest te
traceren cTat ergens achter de SOW-kerk
op 23 meter hoogte in het groen zat. Het
filmpje van deze zoektocht staat nog on
line: https://www.pzc.nl/zeeuws-nieuws/
nest-van-aziatische-hoornaar-aevonden-in-
schoondiike~a7cb3fd0/
Gevaar voor de honingbij
Bij 'invasieve exoten' doet zich altijd de
vraag voor of de exoot zonder problemen
getolereerd kan worden, dan wel dat de
'nieuwe' soort een bedreiging vormt voor
bestaande soorten. In het laatste geval
wordt het dus noodzakelijk de exoot te be
strijden. Het besluit een exoot te bestrijden
wordt genomen in Europees verband: de
natuur kent geen grenzen en bestrijding
heeft alleen zin als ook het buurland eraan
meewerkt.
Hoornaars vangen flink grote insecten als
prooi en nemen die mee naar het nest als
voer voor de larven. Meer dan de Europese
hoornaar jaagt de Aziatische hoornaar hier
bij op honingbijen, die het in Europa toch
al zwaar te verduren hebben. Om die reden
is Europees besloten tot het bestrijden van
de Aziatische hoornaar, tot tevredenheid
van onze imkers. Toch leert de ervaring
dat gezonde bijenvolken niet ten gronde
gericht worden door hoornaars. De over
weging echter dat veel bijenvolken niet
zo'n florissant bestaan leiden, kan mede
het besluit tot bestrijding bepaald hebben.
Hiernaast vangt onze Aziaat veel andere
soorten 'bestuivende' insecten die in steeds
minder grote getale voorkomen, maar
zonder welke o.a. sommige delen van onze
agrarische sector wel kunnen inpakken.
Europese regelgeving
Door het Europese besluit tot bestrijding
hebben lidstaten de plicht om in de natuur
aanwezige populaties op te sporen, te
verwijderen, of als dat niet lukt, zodanig te
beheren dat verspreiding en schade zoveel
mogelijk wordt voorkomen.
Wat betreft de Aziatische hoornaar moeten
we dus voorkomen dat koninginnen een
nieuw nest kunnen stichten, waarbij jonge
koninginnen soms vele tientallen kilome
ters afleggen. Met het snel verwijderen
van een nest voorkom je dus aanmerkelijk
groter schade.
SLZ doet eeri beroep op u
Om een nest snel in beeld te krijgen, kunt u
SLZ een handje helpen. Onze Aziaat komt
niet af op zoet, dus uw terras zal hij niet
opzoeken, maar imkers, tuinliefhebbers en
anderen die de vrije natuur opzoeken, kun
nen ermee geconfronteerd worden. Bang
hoeft u er niet voor te zijn, als u ze met rust
laat. En harder prikken dan een gewone bij
of wesp doen ze evenmin.
Als u zo'n Aziaat aantreft, vragen we u er
een foto van te maken en die op 'www.
waarnemina.nl' te zetten ofte mailen naar
Luciën Calle die zich bij SLZ met exoten
bezighoudt: Lucalle@zeelandnet.nl
Om u te helpen met het onderscheid:
Aziatisch Europees
Borststuk geheel zwart rood-zwart
Gezicht oranje-zwart geel-rood
Poten zwart-geel oranje-rood
Veel info ook op:
www.eis-nederland.nl/aziatischehoornaar