Bruine kiekendieven n De Bruine kiekendief heeft het hart gestolen van Eveline D'hoore en haar part ner John du Burck. Waartoe dat kan leiden, leest u in dit artikel waarvoor ook beiden voor de foto's tekenden. Het voorjaar begon zoals de voorgaande jaren: vanaf eind maart begonnen mijn partner Johnny du Burck en ikzelf naarstig rondjes te rijden in de polders van West Zeeuws Vlaanderen. Ons doel is zoveel mogelijk Bruine kiekendieven spotten en door middel van gerichte observaties hun nestplek trachten te vinden. Onderzoek We zijn reeds een aantal jaren intensief be zig met het bestuderen van deze bijzondere vogels in samenwerking met Anny Anselin, die zich bij het Vlaamse INBO (Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek) als projectleider bezighoudt met het ringen, taggen en soms zenderen van Bruine kiekendieven. Het uit eindelijke doel is het verzamelen van zoveel mogelijk informatie over de levenswijze van deze vogels, om daaruitvolgend te zien welke maatregelen we kunnen treffen om deze soort te beschermen. Uit de lezingen van Anny kwam naar voren dat het taggen van de Bruine kiekendief een ware schat aan gegevens en kennis oplevert. Iedere vogel is immers door de zogenaamde "wingtags" individueel herkenbaar en krijgt een persoonlijke life-list. Discussie - theorie en praktijk Het ringen en taggen van in de vrije natuur levende dieren kent voorstanders maar ook fervente tegenstanders. Uiteindelijk is en blijft het een ingreep in de natuur. Helaas doen zich soms situaties voor die je dwingen te kiezen: volg je de theorie of juist niet en doe je waar het dier de meeste baat bij heeft. Voor die keuze kwamen we te staan toen we een tip kregen van onze vogelvriend Jaap Poortvliet en op pad gingen naar een nest in het riet bij een uitwateringskanaal in Hoofdplaat. Op 11 juni 2018 vonden we het nest, met daarop 4 jongen. Het oudste jong was toen 8 dagen oud. Aangezien kieken dieven meestal om de twee dagen een ei leggen en broeden vanaf het eerste ei, zit er twee dagen leeftijdsverschil tussen de jongen en het jongste kuiken was dus 2 da gen oud. We berekenden de datum waarop we zouden gaan ringen en kwamen uit bij 2 juli. Toen we die dag samen met ringer Henk Castelijns bij het nest arriveerden, wa ren er nog slechts twee jongen. Opmerkelijk was dat het de twee jongste waren! Meestal zijn de jongste dieren het kwetsbaarst bij het opgroeien, aangezien de oudere en dus sterkere jongen vaak met het leeuwendeel van het voer aan de haal gaan. Trichomonas Tijdens het onderzoeken (meten, wegen) van het jongste dier zagen we ineens een soort geelkleurig gezwel in zijn snavel. Het was hard en kaasachtig van uiterlijk. We maakten foto's van het getroffen dier en na het inwinnen van informatie bij verschillen de mensen kwamen we uit op de diagnose van "Het Geel" oftewel Trichomonas. Het betreft hier een parasiet die zich nestelt in de snavel, keelholte en soms zelfs in de lever van besmette dieren. Alle duivenmel kers zijn ermee bekend, aangezien duiven in gevangenschap risico lopen elkaar te be smetten via o.a. hun drinkwater. De parasiet verspreidt zich immers via de snavel. Wan neer een dier Trichomonas bij zich draagt, groeit het gezwel gestaag en na 4 tot 28 dagen overlijdt de vogel, meestal door verstikking. In de natuur komt de parasiet ook voor bij vinkachtigen. Met Trichomonas besmette roofvogels zijn zeldzaam, maar roofvogels kiezen als prooi altijd de zwakste exemplaren uit. En als deze prooi lijdt aan Trichomonas wordt ook de roofvogel besmet. "Onze" kiekendief was dus ten dode opge schreven, tenzij wij hem zouden kunnen helpen. Omdat we wel dierenvrienden zijn, maar niet op eigen houtje te werk wilden gaan, gingen we onder meer te rade bij bevriend dierenarts Mark van de Vijver. Hij dacht met ons mee en ging rondvragen bij vogelkenners. Ook onze vriend Alois van Mingeroet, expert op het vlak van volière vogels en tevens keurder, verwees ons naar dierenarts Roeland van Wynsberghe uit Kaprijke (België). Bovendien contacteerden we vogelvriend en gerenommeerd dui venmelker Marcel Buijsse. Hij herkende de aandoening en gaf exact hetzelfde advies als Mark van de Vijver, namelijk behande ling met Belga Magix. Aan de slag Op 3 juli bezochten we het nest nogmaals, en we gaven onze patiënt een eerste dosis, berekend op basis van het gewicht van het dier. Ik heb heel wat ervaring met het opkweken van vogels en het behandelen van zieke of gewonde dieren, dus het was niet zo moeilijk om de benodigde hoeveel heid medicijn in zijn keel te doen en er een beetje water achteraan te druppelen. Even de keel masseren en toen hij slikte, wisten we dat het goed was. Na enkele minuten kon de kiekendief terug op het nest. Een volwassen Bruine kiek Op 4 juli deden we hetzelfde. Het viel ons op dat het gezwel er nu heel wat minder ernstig uitzag, slechts 24 u na de eerste behandeling! De kiekendief was vinnig en alert en leek geen enkele hinder te onder vinden van onze bezoekjes. Niet dat hij blij was, want hij verdedigde zich fel, maar dat was eigenlijk een goed teken! 7 juli voerden we een na-controle uit en wat we zagen; maakte ons erg blij: de kiekendief was erg levendig, boos en alert. Het gezwel daarentegen was al donkerder van kleur en leek zelfs wat geslonken te zijn! De daarop volgende periode zijn zowel wij als Jaap regelmatig in de buurt van de kreek gaan posten, om zeker te zijn dat de dieren gezond en wel uitvlogen. Op 26 juli werden ze voor het eerst van het nest gezien en Jaap kon zelfs een foto maken van "geel/ geel." Zo noemden we de behandelde vo gel, omdat hij getagd is met twee geelge- kleurde tags. Bovendien vonden we het wel een naam die bij hem paste. Opvallend was wel dat we, sedert de dag van het ringen, het vrouwtje nooit meer hebben gezien, terwijl het mannetje driftig prooien bleef aanvoeren. We hebben het vermoeden dat het vrouwtje zelf ten onder is gegaan aan de gevolgen van de parasiet waar zij haar jong onwetend mee had besmet. Eind goed ai goed Op 29 juli voerden we een hele reeks nest controles uit: we bezochten alle nesten van uitgevlogen dieren en haalden verder even tuele prooiresten en braakballen op. Ook keken we uiteraard goed rond of we ergens uitgevlogen jongen konden bespeuren. Op het desbetreffende nest vonden we behoorlijk veel prooiresten en braakbal len en het leek ons dat de jonge vogels misschien toch nog gebruik maakten van het nest om er te eten en misschien zelfs te slapen. Maar voor de rest waren ze druk bezig de wereld te verkennen. 'Geel/geel' vloog luid roepend vlakbij en leek ons in uitstekende conditie te verkeren. Tussen de vluchten doorzagen we hem regelmatig op een paaltje zitten, waar hij uitgebreid zijn verenkleed poetste. Ook een teken dat hij zich goed voelde. Wanneer het mannetje in de buurt kwam, riep de jonge vogel hem, en bedelde zo om voer. Het moment dat we hem de eerste keer gezond en wel, vliegend in de lucht ontwaarden, ontroerde ons en gaf veel voldoening! Hopelijk zullen we hem ook de komende jaren nog terugzien, waarbij we in de wetenschap zullen verkeren dat wij dit dier voor een wrede dood hebben behoed. Tot slot onze oprechte dank aan alle mensen die met ons meedachten en ons hielpen dit unieke project tot een goed einde te brengen.

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 2019 | | pagina 8