ff bedrijf onder de Slepersdijk langs de weg naar St. Margriete met weiland en bomen, een bedrijfje met weiland naast Slapershaven en een groter bedrijf (familie A. Risseeuw) met een flink stuk weiland langs de Maag denbergweg. Bij de drie oudere boerderijen, in het westelijke gedeelte van de Dierken- steenpolder, is het oppervlak weiland ten opzichte van 1900 iets toegenomen naar 25% en er zijn meer bomen (knotwilgen, populieren, iepen, fruitbomen) en meidoorn hagen en esdoorn (geriefhout voor stelen van bijlen, hooivorken, etc.) geplant en ook in het oostelijke gedeelte is het oppervlak weiland gegroeid naar een grote 10%. Ook in de Sophiapolder neemt het areaal weiland toe tot 40%. In de weilanden zijn drinkputten gemaakt voor het vee. De Tweede Wereldoorlog De kaart van 1945 vertoont nauwelijks veranderingen met die van 1940. Dit was een groot verschil met de Tachtigjarige Oorlog, waar het gehele landschap sterk veranderde door de oorlog. Er waren geen vernieuwende ontwikkelingen maar het landschap is ook structureel niet sterk veranderd. Wel werden forse verliezen geleden. De Duitse bezetting eiste een gedeelte van de iepen, paarden en oogst. De bombardementen eisten een gedeelte van de gebouwen en resterende dieren, maar ook veel mensenlevens. 1945-1979, nu toch de industriële en ook de landbouwkundige revolutie Op de kaart van 1960 zien we grote ver anderingen in het landschap. Steeds meer land wordt in gebruik genomen voor huizen onder invloed van de bevolkingstoename. Vooral in de omgeving van Oostburg maar ook in de Dierkensteenpolder. Langs de Bakkersstraat komen er enkele huizen bij. De restanten van het vroegere 'Fort Nieu- wevliet' nu Nieuweveltzijn bijna volledig verwijderd en ook de slaapdijk langs de Bakkersdamweg. De steenfabriek heeft nog een naam nagelaten - Steenoven, en de stoommeelfabriek heet nu de fabriek. Maar de industriële activiteiten van deze bedrij ven zijn nog slechts van gering belang. Het wegennet wordt steeds fijnmaziger en maakt steeds hogere snelheden mogelijk voor het autoverkeer. Ook als gevolg van de landbouwkundige re volutie komen er veranderingen in het land schap. De percelen worden groter gemaakt om de efficiënte bewerking met de tractor te verhogen. Het paard kijkt hoe de boer achter de tractor loopt. In de Nieuwe Passegeu- lepolder komt een bos met populieren en struiken, langs de Linie en in de Bakkersstraat start A. de Milliano een boomgaard met ap pels en peren. Op het landbouwbedrijf neemt de techno logie toe. Op Hoeve Dierkensteen was er naast het huis een kuilopslag, een met grond overdekte ruimte, voor koele bewaring van bijvoorbeeld aardappelen. Het stro van de bonen, de aardappelen, de gerst, de bieten, wordt nog in de schuren opgeslagen, wat nu in 2019 veelal van het land verkocht en afgevoerd wordt. Een gedeelte van het graan wordt gemalen als voer voor het vee en voor menselijke consumptie. Broodbakken op het bedrijf is steeds minder vanzelfsprekend. Er zijn nog kippen, kalkoenen en ganzen. In huis heeft men versierde kooien met 1 of meer tortelduiven en zangvogeltjes. De bijen in de boomgaarden, zorgen voor de honing- productie en de koninginnengelei voorde Belgische wielrenners. Konijnen worden in de schuur gekweekt maar ontsnappen af en toe op de boerderij. Je ziet dan ook regelmatig gekleurde konijnen op de boerderij. Maar er is het hele jaar konijnenbout. Er worden nog wel varkens gehouden voor de winter, maar de gebouwen voor deze dieren beginnen te verdwijnen, omdat het huisslachten van var kens en ook koeien steeds moeilijker wordt. De strenge regelgeving, om overdraagbare ziekten te voorkomen, maakt het moeilijk het slachten en keuren thuis te doen. In de winter voert men runderen en het gehele jaar zijn er enkele koeien voor kaas en boterproductie en lokaal gebruik. Maar de biefstuk komt al van de slager. Er is nog een groot aantal gewassen om het werk te verdelen over de maanden en het risico van misoogsten en een jaar zonder inkomsten te reduceren. Er is minder vast en tijdelijk personeel door mechanisatie en burenhulp onder boeren. Paling, snoek en karper komen op tafel uit de Linie. Paling werd bijna dagelijks gegeten. De houtmijt is een woonplek voor hermelij nen, wezels en bunzingen. De mollen doen het goed en worden bestreden voor 5 cent per vel. Ratten en muizen worden intensief bestreden om de schade aan het graan te reduceren. Een winterjacht toont oogsten van meer dan 50 hazen en konijnen. In het afwateringskanaal, de Linie, zwemmen nog otters. De roofvogels en uilen zijn echter zeldzaam geworden door verkeerde gewas beschermingsmiddelen. Deze maken de eischalen dun waardoor ze breken voordat de jongen volgroeid zijn. Er zijn nog grote groepen patrijzen en nog nauwelijks fazan ten of kauwen. In de heggen en fruitbomen broeden veel zangvogels zoals merels, lijsters en mezen. De knotwilgen en populieren leveren een bijdrage aan de biodiversiteit. De meidoornhagen zijn gerooid om de fruitbomenziekte 'perenvuur' te reduceren en ook het gebruik van producten van de esdoorn, de knotwilgen en de populieren is afgenomen. Het areaal weiland blijft gelijk of is toege nomen op marginale of ondiepe gronden, maar neemt af waar de paarden vervangen worden door een tractor. Bij de drie oudere boerderijen, in het westelijk gedeelte van de Dierkensteenpolder, is het oppervlak weiland ten opzichte van 1945 iets afgenomen naar 15% maar er zijn nog wel bomen (knotwil gen, populieren, iepen, fruitbomen). In het oostelijk gedeelte van de Dierkensteenpol der is het oppervlak weiland gegroeid naar 15% op relatief marginaal land en blijvende weilanden bij de boerderijen. In de Sophia polder neemt het areaal weiland verder toe tot 40%. De andere helft van dit tweeluik wordt in een volgende editie gepubliceerd. anooTE 'LDER

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 2019 | | pagina 11