Het sneeuwzwammetje als gidssoort op bloemdijken y De vogelaar --lx Op de goede weg YiPi r3* - - ft.*' M, ■pr ">cV; c X\ 12 13 Awie de Zwart doet weer een nieuwe ontdekking in onze Zeeuwsvlaamse dreven. Hij maakte ook de foto's. In het vorige artikel over bloemdijken ging het vooral over planten. Deze keer aandacht voor een ander organisme: het sneeuwzwammetje. Een paddenstoel die per toeval werd ontdekt bij beheerwerk- zaamheden en het startschot was voor een uitgebreide zoektocht met een verrassen de uitkomst. Winterzon Om dit verhaal goed te kunnen plaatsen toch nog even in het kort de problematiek waar de bloemdijken mee te maken heb ben. Er spelen twee belangrijke dingen. Het eerste is de stikstofdepositie, die zorgt voor extra bemesting waar vooral grassen van profiteren ten koste van andere plan ten. Het andere probleem is het verlengde groeiseizoen als gevolg van klimaatveran dering. Warmere temperaturen in de herfst die ervoor zorgen dat de vegetatie, aange jaagd door de eerder genoemde bemes ting, na de hooibeurt in september nog lang blijft doorgroeien. Met name de gras sen blijven bladmassa produceren. Zo over groeien ze nog voor de winter de open ruimtes in de vegetatie die na het hooien waren ontstaan. Jonge plantjes die op deze locaties ontkiemen, leggen vervolgens weer het loodje in de schaduw. Ook soor ten met een winterrozet delven het onder spit wanneer ze verstoken blijven van de winterzon. Daarom is op een tweetal loca ties als proef in de late herfst nog een ex tra hooibeurt uitgevoerd. Die zorgt ervoor dat de vegetatie echt kort de winter in gaat en de zaailingen en winterrozetten kans- 4 rijk zijn. Bijvangst Tijdens het maaien stuit ik op een verras sing. Op beide proeflocaties ontdek ik en kele ivoorwitte vruchtlichamen van een zelfde paddenstoel. Ze groeien halfver- scholen tussen het gras in een bedje van mos. Hoewel mijn kennis over paddenstoe len beperkt is, herken ik hierin wel meteen het Gewoon sneeuwzwammetje. Een soort die behoort tot de familie van de waspla ten. Dat is een grote groep van soms fraai gekleurde paddenstoelen die gebonden zijn aan waardevolle oude en ongeschon den graslanden. Ze stellen hoge eisen aan hun leefgebied, onder meer een schraal groeimilieu, en zijn daarom veelal zeld zaam. Ze worden ook wel de orchideeën onder de paddenstoelen genoemd. Kortom een interessante bijvangst. Het Gewoon sneeuwzwammetje is van alle wasplaten verreweg de meest algemene soort. Hij stelt minder hoge eisen aan zijn leefgebied dan de andere wasplaten en is daarom vaak de eerste wasplaat die ver schijnt. Zijn aanwezigheid is als het ware een eerste aanwijzing dat het beheer op de goede weg is. Een aanmoediging om door te gaan. Hoewel de kwaliteit van bloemdij ken normaal gesproken wordt bepaald aan de hand van plantensoorten die er groeien, lijkt mij de aanwezigheid van het Gewoon sneeuwzwammetje toch interessant. De vraag of deze paddenstoel misschien een indicator is die aangeeft waar de kansrijke locaties liggen, komt bij me op. Ik besluit om dat nader te onderzoeken. In de laat ste weken van het jaar struin ik daarom een aantal bloemdijken af op zoek naar meer sneeuwzwammetjes en met succes. Op de zes dijken die ik bezoek, tref ik nog 145 groeiplaatsen aan met zeker 982 vruchtli chamen! Voorbode Gedurende de zoektocht krijg ik een steeds scherper beeld van de groeiplaatsen waar ik het sneeuwzwammetje aantref. Korte en open vegetaties waar in de meeste ge vallen mossen een zeker aandeel hebben. Ik herken hierin het milieu dat ook voor bloemplanten van belang kan zijn. Na melijk een open begroeiing waar ruimte is voor kiemplanten, waar lage winterro zetten kunnen overleven en de winterzon zijn betoverende invloed kan doen gel den. Kortom, ook voor veel planten zijn dit waardevolle locaties. Maar waar planten zich vaak betrekkelijk traag verspreiden via zaad kunnen paddenstoelen dankzij hun vederlichte sporen veel sneller geschikte milieus bereiken. Zo ook het sneeuwzwam metje. In die zin kan de aanwezigheid van deze fraaie paddenstoel een voorspellende waarde hebben. Een voorbode voor een toekomstig rijke bloemdijkflora. De tijd zal het leren. i L1 .JL f f - fjdfi -I 4 m Column door Emmy de Koeijer. De foto's zij'n gemaakt door Ruud van Leeuwen. Vogels tellen is een kunst December en januari zijn van oudsher de maanden van de lijstjes, de Top 2000 is mis schien wel de beroemdste van allemaal. In januari beginnen we nieuwe lijsten en tel lingen te maken. De bekendste telling (voor lezers van 't Duumpje zeker) is waarschijn lijk de tuinvogeltelling eind januari. Hier moetje al vroeg mee beginnen, nee niet met tellen, maarzorgen datje vogels in je tuin krijgt. Wil je in het weekend van de tel ling niet voor joker voor je raam zitten, is het beter om zeker enkele weken daarvoor al te gaan voeren. Sommigen vinden dit valsspelen, het gaat om de natuur, je mag de populatie niet beïnvloeden op deze ma nier, je kweekt luie vogels enz. enz. Als je wilt tellen, moet er ook wel iets te tellen zijn, anders is het echt niet leuk. Zeker door Corona is het bijna een nationale sport aan het worden, iedereen telt. Vroeger waren het toch een bepaald soort mensen die tel den, vergeef me, ik denk er niet zo over, maar er zat misschien wel een beetje een oubollig luchtje aan vogels tellen. Maar nu hebben we Corona, de pande- mie heeft ook enkele positieve effecten. Mensen gaan meer de natuur in, wande len meer en er zijn ook meer mensen vo gels gaan spotten. Ook de eigen tuin wordt meer gezien als ontspanning en natuurbe leving, dus tegels eruit en groen en vetbol len erin. Van het een komt het ander. Als er dan een vogel in de tuin komt, is het ook wel leuk om te weten wat voor een vogel dit is. Zeker als deze vraag van de (klein) kinderen komt, is het niet fijn om het ant woord schuldig te moeten blijven. Dit al les beïnvloedt ook de nationale tuinvogel telling, deelname hieraan heeft een grote vlucht genomen. Dit is alleen maar goed, de hele familie voor het raam en tellen maar. belangrijk tijdens de telling. Uiteraard zijn er (vaak mannen) die zeggen "een boek is ouderwets, dat doen we via de smartpho- ne". Als ze geluk hebben is het niet druk in de tuin: dan kan je makkelijk de kenmerken van die ene vogel invoeren en krijg je een match. Stel je voor, je bent al weken aan het voeren en je tuin is ontdekt door alle vogels uit de buurt. Ma zit samen met de kindjes voor het raam met papier en pen in de aanslag, pa zit ook paraat met zijn tele foon in de hand. Op de telefoon is de han dige app geopend om vogels te herken nen. Na vijf minuten nog geen vogel ge zien en dus is het scherm weer op zwart gegaan. In de zesde minuut komen er in eens drie soorten tegelijk, een zwarte vogel en vier kleintjes, twee hebben een blauw kopje bovenop en de anderen hebben een zwart kopje en ze hebben allemaal geel. Voor kinderen is dit een geweldige kennis making met de 'natuur'. Zoals vooraf voer aanbieden het resultaat in zekere mate stuurt, is het hebben van een goed vogel boek en voor de beginner een kaart met daarop de meest algemene tuinvogels zeer Pa heeft intussen de app weer geactiveerd en begint; hoe groot is de zwarte vogel, wat voor kleur snavel heeft ie en wat is de kleur van zijn poten. Dit zijn altijd vragen die doorzo'n app gesteld worden. Intussen zijn van de twee andere soorten er weer al twee vertrokken en zitten er ineens ook bruine vogeltjes bij het voer, enkele van die bruine vogeltjes hebben ook een gekleur de borst en een andere tekening op hun kop. Kortom: pa met de smartphone kan dit niet bijbenen. Ma was slimmer, zij heeft de tuin gefilmd vanaf het moment dat ze begonnen zijn met tellen. Op het filmpje kan dus op het gemak alles nog eens wor den nagekekenUiteindelijk wordt alles ge noteerd en dan wordt het toch een beetje competitief. Wie had meeste, bijzonderste en grootste hoeveelheid aan vogels. Het resultaat van de vogeltelling: iedereen lol, de vogels extra voer, het lijstje klaar. De grote winnaar, de huismus op één.

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 2021 | | pagina 7