Topgebied Groede Jl - fci; v De vogelaar Topgebied Groede - Patrijzen RIEM n Opdeling Een van de boerenlandvogels die dramatisch achtergaat is de patrijs. Zelfs in een patrijzenbolwerk als Zeeuws-Vlaanderen. Naar deze boerenlandvogel gaat dan in Topgebied Groede ook veel aandacht uit. Suzanne van de Straat, coördinator namens Het Zeeuws Landschap, vertelt. Patrijzentelling 12 april 2021 Net als vorig jaar hebben wij van Het Zeeuwse Landschap samen met vrijwilli gers van 't Duumpje de monitoring uitge voerd van de Patrijzen binnen Topgebied Groede. Uit de gegevens van het jaar 2020 blijkt dat één van de grootste dichtheden van patrijzen wordt aangetroffen in de om geving van Groede. De dichtheid in Schou- wen-Duiveland bedraagt circa 1,8 roepend mannetje per 100 ha, maar binnen Topge bied Groede liggen deze dichtheden vele malen hoger: namelijk circa 2,2 roepend mannetje per 100 ha (zie kaartje). Vanwege de grootte van het gebied (cir ca 500 ha) is het gebied opgedeeld in drie deelgebieden of regio's. De inventarisatie in regio 1 werd uitgevoerd door Suzanne van de Straat (HZL) en Jordan-Lee Hoe- neveld (HZL). Regio 2 werd bezocht door Hans Risseeuw en Luciën Boerjan en Regio 3 kreeg aandacht van Emmy de Koeijer en Ruud van Leeuwen. In het gebied zijn transecten of looproutes ingetekend, die ervoor zorgen dat alle in ventarisaties op uniforme wijze plaatsvin den. Iedere 100-200 meter wordt gestopt en speelt een meegenomen audioboxje het geluid af van een roepend mannetje. Als geen enkel vrouwtje zich liet horen na een eerste keer afspelen, werd het roepge- luid nog maximaal 2 maal herhaald. Aan gezien de patrijs een hekel heeft aan con currenten, krijg je meestal direct reactie als een andere patrijs in zijn territorium zit. De plaats waar de patrijs zit, wordt op de kaart ingetekend met de bijbehorende tijd. Over het algemeen vinden de tellingen plaats tussen half februari en begin april. In totaal worden er drie tellingen uitgevoerd. Dit jaar zijn de tellingen iets later gestart, maar dit heeft niet geleid tot minder goede resultaten. De tellingen vonden plaats in de avonden van 17 maart, 31 maart en 12 april. Op 17 maart registreerden we 19 patrijzen. Patrijs tijdens broedvogelmonitoring 2021 (Suzanne van de Straat) Tijdens de tweede telling reageerden 18 patrijzen toen we het bandje afspeelden. De avond van 12 april waren er 19 waar nemingen binnen de gebiedsgrenzen van Topgebied Groede. Zie het hieronder op genomen kaartje. Zl:05 #20:47 #21:01 #20:43 20:17 #20:30 #20:23 - - #21:05 20:44 Audfo PatrHzentelirvg Waarnemers: Emmy Hans Luóen Suzanne Jordan-lee Column door Emmy de Koeijer. Ook de vogelaar is maar een mens, geen twijfel is ons vreemd. Tussen veel gelui den het ene juiste piepje herkennen, tus sen hét riet dat glimpje bruin het goede etiketje opplakken. Je ziet iets en dan, de kijker laten zakken, vlug het boek pakken en op welke pagina staan alle bruine vo geltjes ook al weer? Zag ik bruine of grijze pootjes, zag ik zelfs wel pootjes of alleen de borst? Grote of kleine snavel, hield hij zijn snavel of kwamen die krasjes ook bij hem vandaan? Oh ja, oogstreep of 'brede teu gel'. Vlug de kijker weer gepakt. Waar zag ik hem tussen het riet? Tien minuten later is hij weer in beeld, was hij het wel? Wie be weert dat vogels kijken ontspannend en ontstressend is, heeft of gruwelijk veel er varing of helemaal geen behoefte tot be noeming van een soort. Dan ineens, o heerlijkheid, een blauw vlekje. Dat maakt het al een stuk makke lijker. Blauw is veel minder aanwezig in de vogelwereld dan bruin. In de buurt van water een felblauwe flits gezien, vast een ijsvogel. Lichtblauw met geel, ook niet moeilijk, de pimpelmees. Blauw met bruin en een beetje zwart en wit, zou het, waar is het blauwe vlekje? Zie ik hem nog, ja daar is ie weer. Nu laat hij zich helemaal goed zien en het is onmiskenbaar een blauwborst. Deze dag eindigt zonder twij fel, het beeld van de blauwborst blijft en alle bruine vogeltjes zijn vergeten. Terug naar huis, daar is vogels kijken een stuk makkelijker omdat de natuur in tuin van ondergetekende een 'beetje' geholpen wordt. Voeren of niet voeren, een steeds te rugkerend discussiepunt. Sommige voge laars verafschuwen het en anderen vinden het heel normaal. Bij de voerders ook weer twijfel, alleen in de winter voeren of ook in de zomer en wat voer je dan? Voor mij en manlief bestaat er geen twijfel, wij voeren het hele jaar rond. Echt waar, we zijn nog nooit een te dikke mus tegenge komen of een luie merel die zit te wachten tot hij een worm krijgt toe geworpen. Door jaarrond te voeren wordt de aan- of aanwe zigheid van soorten duidelijk. Vier jaar ge leden kwamen er veel groenlingen aan de voedertafel, daarna enkele jaren er geen gezien en afgelopen winter waren er weer een paar. De ziekte het Geel heeft behoor lijk huis gehouden in de groenlingenpopu- latie, en waarschijnlijk was dit dus zichtbaar in onze tuin. Hetzelfde geldt voor de me rel, daar sloeg een virus toe en ook dit was zichtbaar. Toen we er pas woonden waren er in de winter zeven merels in de tuin, la tere jaren maar een a twee en deze winter waren er weer zes. Het leukste is het leren kennen van de ka rakteristieken van elke vogelsoort. Groen lingen kunnen zich erg agressief gedragen onder elkaar maar ook naar andere vogels toe. Merels zijn ontzettende badderaars, een paar keer per dag nemen ze uitgebreid een bad. Duiven zijn niet de meest slim me vogels. Kauwen daarentegen, elke keer weer verzinnen we iets en denken we, nu kunnen ze niet bij dit voer. Helaas, tot nu toe hebben de kauwen altijd gewonnen. Vink, heggemus, winterkoninkje en rood- borst zoeken voer op de grond of voerta- fel. Soms is er een vink die zich waagt in de voederkooi, dit is wel bijzonder. Echter als hij het een keer snapt en durft, blijft hij ge bruik maken van de kooi. Een vogel waar ieder respect voor heeft is de specht, als hij aan het eten is komt er niemand in de buurt. Zo is er nog een rij van soorten op te noemen die zich regelmatig (soms da gelijks) laten zien. De egel wordt ook bij gevoerd in de zomer, geven we zijn voer te vroeg dan duikt de tortelduif direct in het egelvoer. Misschien zijn duiven toch slim mer dan we denken. Slak (Ruud van Leeuwen)

Tijdschriftenbank Zeeland

't Duumpje | 2021 | | pagina 7