I LOS BOVEN- OF ONDERBLAD AFWERKING 6 KUNSTMATIG OF DOOR DE WIND GEDROOGD HOUT OPLEIDING SOORTEN HOUT BUIGEN ZIJKANTEN REPARATIES Zoveel zijn er niet, bouwers van akoustische gitaren. In Nederland zijn er zo'n tien of twaalf werkzaam. Fabrieksgitaren, en dan met name de wat goedkopere, klinken nagenoeg allemaal eender. Elke handgebouwde gitaar, gekonstrueerd door welke meester dan ook, klinkt anders. Vaak is ook de persoonlijkheid van de bouwer terug te vinden in zijn instrument, hetgeen van massageproduceer- de fabrieksgitaren niet gezegd kan worden. De individuele bouwer is in staat te experimenteren en veranderingen aan te brengen in zijn bouwme thoden. Hij kan zelfs een gitaar bouwen geheel op wensen van de klant. Een goede reden voor gitaristen die hun vak of hobby serieus nemen om een vakman in de arm te nemen. Dirk Janssen in Aalst-Waalre is er zo een. JACHT NAAR GESCHIKT HOUT GITAARBOUW De klassieke gitaar stem mechaniek -- kam I L_ _.Wj Door Henny van Ochten hiel voet klankgat tr bindings tripj iteunblokff- taille ichtersteunbalk ronding (beneder zangbalken zijkant achterblad 7 Heb je een opleiding voor gitaarbouw gevolgd? DJ; In Geldrop heb ik de eerste grond beginselen van het instrumentbouwen geleerd. De werkelijke methodiek (werkdiscipline) heb ik in Duitsland, bij meesterbouwer Seiffert geleerd. Alle ambachten worden in Duitsland geregeld door de 'Handwerkskammer'. Leerlingen kunnen na hun middelbare school in de leer gaan bij een bedrijf of meester en zodoende in de praktijk het vak leren. Je zou het kunnen vergelijken met de opleidingen in de Middeleeuwen: Leerling, gezel, meester. Wel moet men tegenwoordig één of twee dagen per week naar de 'Berufsschule', waar de theoretische kant van het ambacht wordt onderwezen. Bij Seiffert begon ik met eenvoudige werkjes. Niet veel later bouwde ik onder zijn leiding mijn eerste gitaren. Na bijna drie jaar deed ik examen en haalde het diploma Zupfinstrument- Macher waaronder dan 'Tokkelinstru- ment-Maker'. Hieronder vallen b.v. gitaren, maar ook mandolines, luiten en cisters. Dirk Janssen bouwt inmiddels zo'n acht jaar. Hij vervaardigt studiegita- ren, concertgitaren en staalsnarige. Op verzoek ook luiten, mandolines en cisters. Een veelzijdig man! van de beste planken routine. Het inko pen van onverzaagde bomen is een erg riskante bezigheid en laat ik liever aan de specialist over. Pas als ik kan zien, voelen en bij bepaalde houtsoorten, kan ruiken hoe het materiaal er uitein delijk uit gaat zien, maak ik mijn keuze. Het is per slot van rekening het hout dat de basis vormt voor de klank van elk instrument. Waar geef jij als bouwer de voorkeur aan? DJ: Beide manieren zijn bruikbaar. Het hangt echter van de houtsoort af welke van de twee manieren gebruikt kan wor den. Hoofdzaak is dat het hout niet al leen droog is maar ook goed gedroogd zodat er geen spanningen in het materi aal optreden. Voor de gitaar kun je zeg gen dat door de wind gedroogd hout het beste is omdat er een langere tijd overheen gaat en het materiaal zich aan zijn nieuwe situatie heeft aangepast. Hout moet voor mij minstens drie jaar bij de houthande laar hebben gelegen en dan nog een paar jaar bij mij thuis om te akklimatiseren. Staat het na deze lange tijd dan toch nog krom als een propeller, dan gaat het de haard in. Gelukkig komt dat zelden voor. Je levert een waardevol instrument af en de klant moet er dan ook van op aan kunnen dat er alleen eerste klas ma terialen voor gebruikt zijn. Het is wel zaak dat ook de gebruiker de nodige zorg moet besteden aan het instrument. De gitaar b.v. tegen de centra Ie-verwar ming zetten is vragen om problemen. Gebruik je wel eens hout dat in België of Nederland groeit? DJ: Hoogstens een stukje esdoorn. Hout groeit in ons klimaat immers te hard. Je zou jaarringen krijgen waar je een vinger tussen kunt zetten. SPARREHOUT (Fichte) is voor het bo venblad zeer aantrekkelijk; makkelijk te bewerken, licht van kleur en mits goed gezaagd, heeft het een fijne gelijkmatige nerf. Nog een eigenschap van sparrehout is de aanwezigheid van mergstralen. Ze lopen haaks op de nerf. Hun funktie is hars te laten cirkuleren, wat het geluid dan weer positief zou beïnvloeden. Helaas is sparrehout schaars en daardoor duur geworden. Men vond een substituut in de vorm van het zachtere cederhout. Makkelijker te krijgen en goedkoper. Bomen, soms 2000 jaar oud, leveren veel bruikbaar hout. Ceder, zo beweert men, is wat gevoeliger voor lage frequenties. Ceder is niet gelijkklinkend, maar het is meer een kwestie van smaak. Ceder is wat zachter, omfloerster van klank. Met een aangepaste belijsting kun je dat ech ter gedeeltelijk weer opheffen. Cederhout raakt overigens wel wat eerder "vermoeid' dan sparrehout. Sommige bouwers stemmen het boven blad af op het achterblad. Hoe gaat dat in zijn werk? Wat horen jullie wanneer je tegen een bovenblad aanklopt? DJ: Daar bestaan nogal wat theorieën over. Zelf ga ik iets anders te werk. Ik denk namelijk dat de akoestische eigen schappen van een los boven- of onder blad veranderen op het moment dat het instrument samengevoegd wordt. Alle onderdelen gaan elkaar dan beïn vloeden en in hoeverre deze dan nog te analiseren zijn blijft een vraag. Het is natuurlijk wel zo dat je eindre sultaat beter te voorspellen is als je van dezelfde (gestemde) basisdelen uitgaat. Op het waarom van een be paalde klank geeft het afstemmen echter geen antwoord. Het is eigen lijk niet uit te leggen waarom een top nu wel of niet goed is. Je werkt vaak puur op je gevoel. Het is een kombina- tie van kloppen, luisteren en voelen. klankkast bovenblad gitaar' spelen met een mensuurlengte van 650 of 660 mm. Soms vereisen de handen van een speler een kleinere gitaar. Met name kinderen. Dieter Hense, een beroemd gitaarbouwer in Duitsland, gaat nog verder door de hals helemaal aan te passen aan de hand van de speler. Hoe pak jij dit soort zaken aan? DJ: Je hebt lange en korte mensen en dat geldt ook voor hun handen. Als je het ver door zou voeren, zou je inderdaad voor iedereen een andere hals moeten maken. Je zou de hals zowel in de lengte als de breedte aan moeten passen. Natuurlijk kan ik dat als klanten mij dat vragen. Toch bouwt men sinds Torres, gitaren met een men suurlengte van rond de 650mm. Niet alleen omdat dit de, zeg maar gemiddel de hand het beste bevalt, maar ook om het overschakelen van de ene op de andere gitaar te vergemakkelijken. Soms maak ik gitaren van 640mm of korter voor b.v. een vrouw met kleine handen. Het scheelt maar een paar mm per fret maar voor een gitaar is dat al veel. Het is wel zo dat bij een kleinere mensuur het volume iets terug zal val len. Bij een wat langer mensuur is de toon vaak wat scherper. De bespeel- baarheid daarentegen is vaak wat moeilijker. Door snaren te gebruiken met een hogere of lagere spanning kan soms iets gedaan worden aan deze klankverschillen, maar je zou eigenlijk voor elk mensuur een andere snaar moeten laten ontwikkelen. Dat wordt dan wel onbetaalbaar. Er bestaan wel specialisten die deze snaren maken. Gitaren worden op verschillende ma nieren afgewerkt. Soms gepolitoerd, met olie ingewreven of (mat) gelakt. Hebben al deze verschillende manie ren van af werken een andere uit werking op de klank? DJ: Je zit tussen twee vuren in. Het instrument moet aan de ene kant de tand des tijds kunnen doorstaan en aan de andere kant mag de lak de klank niet beïnvloeden. De top is voor het grootste gedeelte bepalend voor het geluid. Ga je daar een dikke taaie laag lak opsmeren dan zet je er feitelijk een demper op. Vaak heb ik gitaren van allerlei pluimage ontdaan van hun oorspronkelijke laklaag en daarna weer heel dun overgelakt. Elke keer was de eigenaar weer spra keloos over het duidelijk hoorbare verschil; het was vaak net of het in- I I Hoe worden door jou de zijkanten ge bogen? DJ: Ze worden altijd eerst verwarmd, eigenlijk meer gestoomd. De cellen in het hout worden dan zacht, zodat je ze in een bepaalde vorm kunt buigen. Eenmaal afgekoeld stijven de cellen weer op. Het buigen zelf doe ik op een buig- ijzer, helemaal met de hand dus. Met een mal zou ik me steeds aan die ene vorm moeten houden. Maar een klant kan ook komen voor een gitaar van een andere afmeting, een terts-gitaar b.v. Dan zou ik in feite voor elk instrument een andere mal moeten hebben. Met de hand buigen is niet eenvoudig, maar met wat oefening buig je vrij precies en snel. Je laat het woord tertsgitaar vallen. Niet iedereen kan op een z.g. 'prime- Bouwers ontkomen er vaak niet aan. Er moet ook gerepareerd worden. Niet alle meesters hebben opdrachten genoeg om full-time nieuwe instrumenten te kunnen bouwen, dus moet er gerepareerd worden om de financiële gaatjes te stop pen. Eerder sprak ik bouwers die er een af keer van hebben. Volgens mij is het dê manier om het werk van anderen te leren kennen. Hoe denk jij daar over? DJ: Natuurlijk, ik denk dat repareren inderdaad de aangewezen manier is om het werk van anderen te leren kennen. Ik zie me namelijk nog niet bij b.v. Ramirez of Fleta binnenwandelen en vragen of ik hun werk mag bekijken. Ze zullen me vriendelijk doch dringend verzoeken de werkplaats te verlaten. Ik kan niet zeggen dat repareren me tegenstaat; integendeel, ik leer er nog steeds van. onderklos Ook ervaring speelt natuurlijk een grote rol. Het is net als met voetbal. De bal komt steeds anders aan, maar met wat oefening speel je hem op de juiste manier terug. i1 XZ-runrondcn Vaak lees ik verhalen van bouwers die soms dagen "op jacht gaan naar ge schikt hout. Is hout inkopen dan echt zo moeilijk? DJ: Ik geloof dat je de weg moet weten. Ik heb enkele vertrouwde adressen. Ze zijn dan misschien niet de goedkoopste, maar ik kan er wel Van uitgaan dat ik er goed materiaal koop. Natuurlijk moet je je ogen wel de kost geven. Alle planken bekijk ik bij het inkopen stuk voor stuk. Na enkele jaren krijg je in het uitzoeken kop ronding (boven) n7 strument "open" ging. Kijk een in strument moet er goed verzorgd uit zien. Mijn instrumenten zijn, zoals alle echte handwerkinstrumenten, niet goedkoop en dat mag dan ook zichtbaar zijn. De zij- en achterkant van mijn gitaren werk ik met hoog glanslak af. Het bovenblad laat ik zonder meer mat. Met matlak kun je namelijk veel dunner werken. Eerst gebruik ik wat poriënvuller en dan rand in leg nog een paar hele dunne laagjes. I k moet wel toegeven dat mijn bovenbladen wat gevoeliger zijn voor tikjes en stootjes. Bij normaal gebruik levert dit schter geen problemen \op. YACHTERBLAD I In hoeverre draagt het achterblad bij tot het totale geluid? I DJ: Je kunt het bovenblad vergelijken met een stem en de kast, laten we zeg- \gen, met een reflector. Hoe stugger de achter kant, des te meer hoge tonen deze zal terugkaat- sen. Ook zal bij zo'n harde achterplaat het volume hoger --achter inleg lijken. Persoonlijk streef ik naar een meer open, vrijblijvend geluid, waar iedereen in kan leggen wat hij zelf wil. Ik wil de speler niet gelijk een bepaalde klank opdringen. Door een bepaalde manier van spelen moet hij zoveel mogelijk toonvariaties kunnen maken en daardoor de gespeelde muziek iets persoonlijks kunnen geven.

Tijdschriftenbank Zeeland

Gimmick | 1985 | | pagina 5