kortweg aktueel
kortweg aktueel
Korea
konklusie
geluid
hoek
zuiverheid
nep
kritiek I
L
I
foto 1
2
3
slechts een schilfertje. Het overig'
14
Hei
Grover mechanieken. Ik hoop dat de
negatieve punten die uit deze test
naar voren zijn gekomen exemplarisch
zijn en dat de gemiddelde Washburn-
zonder al te veel gesleutel vooraf-
voor iedereen toegankelijk is. Aan de
prijs zal het beslist niet liggen. Ik
wil dan ook niet zover gaan door
deze gitaar onder de "eiersnijders" te
scharen, maar onthoud echter wel dit:
Consider his name before you buy!
Onze Washburn testgitaar is er een
waar we nogal wat op aan te merken
hebben. Vooral de frets bleken van
Inferieure kwaliteit. Nadat dit euvel
was verholpen, liet de Washburn zich
lekker bespelen. Een goed gevormde
hals maakte het spelen nog plezie
riger. Bij een wat hardere aanslag
bleven de snaren op enkele plaatsen
toch aanlopen. Geschikt vind ik deze
Washburn alleen voor het wat sub
tielere werk zoals finger-picking,
flat- en crosspicking. De Washburn
D25 SN hangt voor 510,-- in de
winkel. Dat is niet veel voor een
flat-top met een massief bovenblad en
dame meer ongemerkt de werkplaats
passeren. En aangezien er toen nog
geen massaproduktie bestond, stag
neerde de fabrikage al snel. Ondanks
George’s veelvuldige romantische
escapades bracht hij het toch nog tot
de belangrijkste concurrent van
Martin Guitars. Op sommige etiketten
schreef George Washburn "best in the
world". Bescheidenheid siert de
mens... Natuurlijk is het nu geen
George Washburn meer die zorgdraagt
over de uitgebreide reeks snaar
instrumenten die vandaag de dag van
dat merk op de markt zijn. Rudy
Schlacher en Rick Johnstone hebben
momenteel de touwtjes bij Washburn
in handen.
De Washburn heeft een aanzienlijk
volume. De gitaar klinkt helder en
redelijk uitgebalanceerd. Iets scherp
aan de diskant. De draagkracht is
goed. Het grote volume is ongetwij
feld mede te danken aan het nauwe
lijks gelakte bovenblad. Een dikke
laklaag zorgt meestal voor een
dempend effekt. De sustain is vol
doende tot goed. Het massieve boven
blad draagt daar in positieve zin toe
bij.
Zoals al eerder In dit artikel
opgemerkt laat Washburn een gedeelte
van zijn instrumenten in Korea
fabriceren. Bij het aanschouwen van
onze testgitaar valt dat ook meteen
op. Het uiterlijk en de afwerking van
het Instrument is hier en daar verre
van fraai. Ik ben dan ook van mening
dat men in de Oosterse landen, met
uitzondering van Japan, het gitaar-
bouwen nog niet meester is. Zeker
geen oog voor detail. Ik vraag me af
of dit in de toekomst zal veranderen.
Veelal ongemotiveerde en ondeskun
dige krachten behoren per dag voor
een schamel loon een x-aantal gitaren
in elkaar te zetten. En dat vaak
onder leiding van harde Amerikaanse
managers. Dat kan volgens mij nooit
tot optimale resultaten leiden.
De kam wordt vaak "het hart" van
een gitaar genoemd. Van wezenlijk
belang is de hoek die de snaren
maken over het kamstripje, richting
bovenblad. Het nut hiervan wordt
maar al te vaak onderschat. Uit
ervaring weet ik dat lieden die al een
tijdje in de gitaarwereld "meedraaien"
en menen iets van de gitaar te
weten, soms toch met een instrument
thuiskomen dat gebreken vertoont(i).
maakt het de doorgaans zwakke scha
kel tussen de hals en kop een stuk
stabieler. De hals, die 20 frets telt,
gaat bij de 14e fret over in de
klankkast. Het uiteinde van de meta
len pen is bereikbaar via het klank
gat.
De klankkast is mat gelakt, de hals is
glanzend afgewerkt. Bij meting bleek
het instrument met een set 013
snaren te zijn uitgerust. Erg dik!
fretwerk
Het fretwerk op onze testgitaar was
ronduit slecht! De frets waren veel te
laag en ruw bovendien. Duidelijk niet
gepolijst. Veel frets liepen aan. Dat
was mede te wijten aan een iets te
bolle hals. We wilden de Washburn
toch op zijn geluidskwaliteit testen
en zo bleek er maar één mogelijk
heid; het kwaad zelf bestrijden.
Snaren eraf, frets eruit, toetsen
schrapen en herfretten! Een behoor
lijk ingrijpende klus! Om de
bespeelbaarheid te vergemakkelijken
moesten ook topzadel en kamstripje
worden verlaagd. De gitaar werd weer
aangekleed met een set snaren van
het type Washburn XL-100 010
bronze. Een goede keus zo bleek later
tijdens het spelen.
De Washburn D25 SN heeft een
massief sparrehouten bovenblad. De
schouders van de gitaar zijn wat
smal; de taille daarentegen iets
breder.
Zijkanten en achterblad doen palis
sanderachtig aan. Massief zijn ze in
elk geval niet. Hals en kop zijn uit
één stuk vervaardigd. Bij de kop lijkt
het alsof er wat hout is aangelijmd.
De D25 SN is voorzien van een set
goudkleurige Grover mechanieken. Een
goede keus! Ze benaderen de kwali
teit van de bekende Schallers. Over
de kop ligt een mooie donker gevlam
de reep fineer. Op de plaats waar de
hals overgaat in de kop hebben de
makers bewust een stuk hout laten
zitten. Prettig als "handstop" als je
in de eerste positie speelt. Tevens
Tot slot nog iets over de zuiverheid,
n b-snaar was met het standaard
niet zuiver. Een b-snaar
bij een staalsnarige gitaar iets
r compensatie (moet wat langer
Een gestandariseerd kambeentje
riülidèrt dat. Ik heb dit opgelost
door van
maken
been een nieuw stripje te
en dat voor de b-snaar iets
verier uit te vijlen (zie foto 3). Over
de hele linie werd het instrument
zuiverder.
Kortom, een hoop kritiek op een
gitaar waarvan Washburn zelf zegt:
Prior to shipping, every Washburn
- .ment is carefully examined and
play-tested to assure the consistent
quality for which Washburn is
known
Niet zelden betreft het de bewus-
hoek die dan te flauw is.
Snaren slaan te ver uit, met
resultaat gekletter op de frets,
koloriet ofwel "timbre" van een giubeentje
kan met een verkeerde hoek r
goed ontwikkelen omdat er een ver-
keerde spanning op het boven!
staat. Ook op onze testgitaar was
hoek bij de hoge e’ en b-snaar iet
te klein. Bij een staalsnarige gitaa-
zoals deze Washburn is dat van iên
minder belang. De snaarspanning t
dit type gitaar is groter dan bij eer
klassieke gitaar.
De achterkant van de hals moet c-
koper doen geloven dat nog twfl
verstevigingsstrips zijn aangebracbt
Niets is minder waar. Ze bleken
gewoon op geverfd. Hier en daar was
de Verf er zelfs al af.
iewl
leuke inlegpatroon in de toets is m-
ècht ingelegd maar wordt met
soort "filler" of "kit" op zijn pi»8'
gehouden (zie foto 2). Dat ziet
tamelijk goedkoop uit. De steu
balkjes aan de binnenzijde van
achterblad lopen duidelijk zichtb8 P
schuin.
De meeste kritiek gaat uiteraard naar
de frets van deze gitaar. Het is t
te gek dat je eerst een gitaar moei
herfretten voordat je erop k
spelen. Een slechte zaak voor eer
merk als Washburn.
Het bovenblad is niet symetrisch. DM
wil zeggen de dis-kant zijde van het
bovenblad heeft een geheel andere,
dit geval meer onregelmatige, struk-
tuur dan de baskant. Het blad is dus1
niet "gebookmatched". Het is gebrui
kelijk dat een stuk hout dat voor eer
bovenblad is bedoeld, door middfl
wordt gezaagd en als het ware wordt
opengeklapt. Links en rechts gee-'
dat een zelfde beeld van jaarring^'
te zien. Bij deze Washburn is dat dd
niet het geval. Cosmetisch oogt
onregelmatig bovenblad niet aantree
kelijk. Of dit ook akoestisch
uitmaakt weet ik niet. Ik vermofil-
echter dat het trillingspatroon word’-
verstoord (zie foto 1).
De lakafwerking van de hals is verrt
van voldoende. Hier en daar zit zeW
2 tot 3 mm lak. Op andere plaatsd
HUH
o
11
15
r
•u.
als
i I
Bi