Verder gaat het verhaal, dat de 4 linden tussen 's-Gravenpolder en Kloetinge door Jacoba van Beieren zijn geplant en dat ze de grens markeerden van de graafschappen Holland en Vlaanderen (7). Verder zegt Smallegange in zijn kroniek, wanneer hij het heeft over het "Hof Watervliet" te Heinkenszand: "op het plein voor aen het Huis staen vier seer sware linde-bomen, die meer dan hondert jaren oud zijn; on der die is een schotsche linde, met noch twee andere van dien aert, eerst in dit land gebracht door de heer Jacob Valcke, wanneer hij we gens onsen staet in Schotland over den doop had gestaan van den eerst geboren soon van de konink Jacobus, eer hij konink van Groot-Brittan- nien, Vrankrijk, en Yrland wierd en van dese drie linden zijn alle Schotsche linden naderhand in dese landen voortgesproten" (8). Uit deze passage kan men wellicht concluderen, dat er ten tijde van Smallegange veel linden moeten hebben gestaan, doch dat de betekenis toen niet meer bekend was. Overigens determineert een dendrologisch woordenboek de schotse linde als een esdoorn. Uit archiefonderzoek zijn enkele bestaande of reeds lang ter ziele gega- ne bomen komen opduiken. Toen in 1860 enkele gemeentebesturen gezamenlijk het begrinden van de Zuid-Bevelandse wegen ter hand gingen nemen, werden in de bestekken regelmatig lindebomen als markante punten opgenomen, zoals de twee bomen op de Lenshoekdijk te 's-Gravenpolder en de boom aan de Pau- lushoekseweg te Driewegen (9). Bomen staan ongeveer 50 meter op de Lenshoekdijk. Voormalige gemeente 's-Gravenpolder. 114

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1975 | | pagina 116