De bestuurders wilden zich uiteraard wel aan hun eed houden, dat ze de "ware Christelyck Gereformeerde Religie" zouden helpen bevorderen, maar zij duldden geen inmenging en voelden niets voor een "collatera- liteyt", of gelijkheid in rechten tussen kerk en regering. De Staten wa ren souverein en wensten geen nieuw soort "pausdom", dat hen op welke manier dan ook de wet zou kunnen voorschrijven. Aan de andere kant was de steun van de overheid aan de kerk werkelijk wel nodig, wilde een betrekkelijk kleine groep calvinisten haar werk kunnen volvoeren. (3) Kerk en staat stonden samen tegen Rome en Madrid en wilden dan ook, dat die strijd gezamenlijk in "pays en vree" werd uitgestreden. Alvorens tot het nader bekijken van de genoemde stukken te komen, dient eerst nog het volgende opgemerkt te worden: op 22 maart 1577 was de stad Goes overgegaan naar het Staatse kamp (satisfactie van Goes) en is nadien nooit meer door de Spanjaarden heroverd. Tegen de bepalingen van de satisfactie in, werd op 5 oktober 1578 de Grote of Maria Magdalenakerk door de hervormden opgeëist en in bezit genomen, ofschoon toen het aantal hervormden nog zeer gering was. In april 1579 waren er nog maar 21 communicanten aan het H. Avondmaal. (4). De gemeente groeide slechts langzaam. Verschillende notabelen van de stad bleven nog heimelijk katholiek, terwijl sommigen het zelfs openlijk waren. (5). Meningsverschillen kwamen nu en dan voor. In 1612/13 was het zelfs tot een botsing gekomen tussen de magistraat en Philippus en Petrus Lansbergen, nadat deze beide predikanten vanaf de kansel duidelijk hun misnoegen hadden uitgesproken over de keuze van Mr. David van der Nisse tot burgemeester. Deze werd er namelijk van verdacht nog te behoren tot de vrij aanzienlijke groep aanhangers van het oude geloof. Het werd een enorme rel, die tot resultaat had, dat beide predikikanten hun ontslag moesten nemen. (6). Het was duidelijk, dat burgemeesters en schepenen van Goes zich niet de les wilden laten lezen door de predikanten. Daar de uitoefening van de katholieke gods dienst, althans in het openbaar, verboden was, werd er heimelijk hier en daar Mis gelezen en de sacramenten toegediend door priesters, die bij tijd en wijle vanuit Vlaanderen, meestal uit Hulst, in de stad kwa men. (7) Waarschijnlijk waren het paters franciskanen-recollecten, maar ook wel een enkele jezuiet. Vanaf 1615 was er een vaste seculiere priester in Goes, die vooral 's avonds en 's nachts zijn dienst verricht te. Sinds 1635 moet er zelfs een schuilkerkje geweest zijn. (8). Tegen deze achtergrond moeten we nu het hierna volgende verhaal plaatsen. Het gevonden handschrift begint als volgt: "Daer werd nu heel Zeelant door onder hooge ende leege persoonen veel gesprooken van de gevan- kenisse ende het proces van eenen Recollet Franciscaner monyck on- lancx voorgevallen ende gehouden binnen de stat Goes in Zeelant ende 121

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1975 | | pagina 123