131
secretarissen openlijk "paeps" en de andere "Liberteyn ofte Coornher-
dist". Ook hadden de Staten herhaaldelijk de burgers de plicht opgelegd
papen aan te brengen. Maar wanneer zoals in dit geval, predikanten
zoiets deden, die dan toch maar "het gesontste ende incorrupste deel
der borgeren zijn, gelyck wij met waerheyd mogen seggen", dan golden
de plakkaten bij wijze van spreken niet meer. De Staten hadden in hun
brief aan de classis ook verklaard dat de handelwijze van de classis
niet dienstig was voor de kerk en het land. Maar, volgens een van deze
voorontwerpen, bedoelden de Staten zeker de kerk van Rome en het land
van de koning van Spanje. In dat geval hadden ze gelijk.
De Staten hadden ook gelijk als zij beweerden dat de classis zich niet
mocht bemoeien met de "officieren ende justicieren". Maar wat moest
men doen als de "officieren" zich lieten omkopen door de "papisten" en
de "justicieren" bijna allen "paeps" waren zoals te Goes
Op de Statenvergadering van 1 december verklaarde de pensionaris dat
een week tevoren twee predikanten van de classis nl. Happart (Happar-
tius) en van Lare (Larenus) zich hadden aangediend met een remonstran
tie of vertoog aangaande de twee brieven door de Staten verstuurd. Ze
verzochten deze na de Biddag in de Statenvergadering te mogen presen
teren. De pensionaris vond, dat de remonstrantie niet direct getuigde
van een groot respect voor de heren Staten. Bij meerderheid van stem
men werd goed gevonden dat de audiëntie moest worden verleend. (19)
In deze remonstrantie verantwoordde de classis haar handelwijze in
enkele punten die heel wat milder van inhoud zijn dan de voorontwerpen
hierboven genoemd. (20)
Verkort komt de remonstrantie hierop neer:
I De classis beklaagt zich dat zij in deze zo gewichtige kwestie niet
gehoord is alvorens de Staten de brieven hebben verstuurd. Wan
neer ze gehoord zou zijn geweest, dan zou het de Staten wel duide
lijk geworden zijn dat de heren van Goes de zaken heel anders
hadden voorgesteld, dan deze in werkelijkheid was. De heren
hadden aan de classis geschreven dat ze niet tot een definitief von
nis inzake de monnik konden komen bij gebrek aan een juiste pro
cedure, aan documenten en bewijzen.
De classis kan de heren wel een andere uitleg geven:
a) gebrek aan documenten en bewijzen:
De monnik heeft vóór en tijdens zijn gevangenneming wel degelijk
blijk gegeven dat hij nog altijd lid van zijn orde was. Bewijzen
hiervoor zijn: het latijnse rekest van de monnik gericht aan de bal
juw en de brieven die hij verstuurd heeft aan de monniken van
"Cloostersant" (Kloosterzande de verklaring van een van de
heren van Goes dat de man zich te Middelburg als kloosterling heeft
uitgegeven. De papisten hebben de man trouwens van het begin tot
het einde verzorgd. Dat de man het tegendeel heeft beweerd, is
enkel en alleen geschied om de justitie te ontgaan.