ook reeds zozeer vervallen was dat door de eigenaar geen prijs op vermelding werd gesteld. We vonden van het kasteel Ravenstein zeer toevallig de restanten van de gedempte slotgracht tijdens grondboringen terug. De mogelijkheden voor een uitgebreid onderzoek waren helaas niet aanwezig, wel konden we het verloop van de slotgracht vrij nauwkeurig vaststellen. Het door Dresselhuis genoemde jaar van sloping zou zeker wat betreft het dempen van de slotgracht vrij goed kloppen. We vonden n.l. vrij veel 18e eeuws materiaal ter plaatse. In de bodem van het slotterrein troffen we nog funderingsresten aan, waarmee het verdwe nen slot Ravenstein was gelokaliseerd. Het gehele terrein is thans aan gemerkt als archeologisch belangrijk terrein in de zin van de monumen tenwet. Na deze uitweiding terug naar oude tijden. 0 Na de 13 eeuw werd het dorp gestaag uitgebreid. Behalve de schapen teelt, met de daaraan verbonden spinne- en weverijen, die ongetwijfeld de hoofdbron van inkomsten gevormd zullen hebben, zal de landbouw een wat grotere plaats hebben ingenomen, waarbij we naast het telen van graan ook denken aan het verbouwen van meekrap. De uit de meekrap- wortels bereide rode kleurstof werd o. a. gebruikt voor het verven van wol. E O CM Linker vrouwenlaarsje 1300 tek. B. Oele 21

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1975 | | pagina 23