GESCHIEDENIS VAN DE
AMBACHTSHEERLIJKHEID EN POLDER BORSSELE (1)
door W. L. A. Roessingh.
Het tegenwoordige Borssele ontstond in 1616 als hernieuwde bedijking
van een aantal slikken en schorren uitmakende de hoge heerlijkheid en
baronie van Borssele, die 83 jaar tevoren tengevolge van de vloed van
2 november 1532 definitief verloren gegaan was. In 1615 kocht de stad
Goes deze schorren en slikken van de toenmalige ambachtsheer Charles
de Lalaing, graaf van Hoogstraten, voor de som van 160.000 gulden. In
datzelfde jaar had ook de overdracht aan en belening van de stad plaats
en verkreeg deze van de Staten van Zeeland tevens vergunning tot bedij
king der schorren. Zij verkocht daarop de gronden om ze te laten bedij
ken, maar behield voor zich 150 gemeten en alle aan het bezit der heer
lijkheid verbonden rechten.
Voor een goed begrip der historie wil ik echter even in de geschiedenis
terug gaan naar het oude Borssele van vóór de ondergang der heerlijk
heid tengevolge van de stormvloeden van 5 november 1630 en 2 novem
ber 1632 (2). We nemen hiervoor een aanvang in de lle eeuw.
Tengevolge van de stormvloed van 1014 ontstond in Zuid-Beveland een
binnenzee, het Zwake. Het tegenwoordige water van die naam bezuiden
's-Gravenpolder is daarvan het laatste restant. Ten zuiden hiervan la
gen drie omvangrijke stukken oudland, die een aanééngesloten eilanden
reeks vormden. Het oorspronkelijke eiland Borssele vormde hiervan
het meest westelijke eiland. Hierop lagen negen dorpen: Monster, Te
Wijk, Westkerke, Oostkerke, St.Katherijnekerke, Wolfertsdorp, Kou
dorp, Ellewoutsdijk en Everinge.
Op het oostelijke eiland Baarland lagen vijf dorpen: Baarland, Baken
dorp, Hoedekenskerke, Vinninge en Oostende, op het middelste eiland
lag één dorp: Oudelande.
Door twee stroomgaten tussen de eilanden stond het water van de Zwake
in verbinding met de Westerschelde of wat daarvan toen bestond. Het
éne stroomgat, het Zwint, lag tussen Oudelande en Borssele, het andere,
waarvan de naam niet is overgeleverd, strekte zich uit tussen Oudelande
en Baarland. Het Zwint slibde langzamerhand dicht en werd geheel afge
damd door de Vaardijk, waarvan de naam nog over is als boeknaam,
maar die zelf reeds lang geslecht is. Aan de noordwestelijke uitmonding
van het Zwint werd nogmaals een dijk gelegd, welke later deel ging uit
maken van de gemeenschappelijke ringdijk, die de eilanden Oudelande
en Borssele aan deze zijde omsloot. Langs de kreek tussen Oudelande
en Baarland, door dr.C.Dekker in zijn dissertatie over de wordingsge
schiedenis van Zuid-Beveland naar de topografische ligging aangeduid
als "kreek in de Stiermanshoek", werd aan de Oudelandse zijde een dijk
45