gelegd, die vroeger bekend stond als de Westdorpse plattendijk. Ook deze kreek werd waarschijnlijk op twee plaatsen afgedamd. Het is wel zeker dat eerst geruime tijd na deze kreekafdammingen de drie eilan den door een gemeenschappelijke ringdijk omgeven werden. De datering van de bedijking moet zeer vaag blijven. Bij een opsomming in 1281 van de delen waaruit Zeeland bewesten Schelde bestaat, worden Bors sele en Baarland nog afzonderlijk genoemd, maar wij mogen hier niet uit besluiten, dat het dan nog twee afzonderlijke eilanden zijn. In ande re opsommingen, daterend uit 1290 en 1299, wordt Baarland niet ge noemd en wordt dit derhalve onder Borssele begrepen. Naar analogie van wat er aan de overzijde van het Zwake in het oude land van Zuid- Beveland gebeurde, mogen wij met een grote mate van waarschijnlijk heid ook voor Borssele en Baarland wel aannemen dat de defensieve bedijking in de tweede helft van de 12e eeuw heeft plaats gevonden. Er was toen reeds een vrij intensieve bewoning, de parochies Monster, Ellewoutsdijk en Vinninge bestonden zeker al in die tijd. De dammen tussen de eilanden dateren waarschijnlijk uit een nog vroegere tijd. Omstreeks 1300 bestond er bezuiden het Zwake één groot eiland Bors sele dat in vier delen uiteen viel: ten eerste West-Borssele met de parochies Monster, Te Wijk, Westkerke, Oostkerke, St.Katherijne- kerke en Wolfertsdorp, ten tweede Oost-Borssele met de parochies Driewegen, Koudorp en Ellewoutsdijk, ten derde West-Baarland met de parochies Baarland, Bakendorp en Oudelande en ten vierde Oost- Baarland met de parochies Hoedekenskerke, Vinninge en Oostende. Voor ons is alleen van belang: West-Borssele, veelal aangeduid als het Westeinde van Borssele of Borssele bewesten de vijfzode. Deze heer lijkheid werd oorspronkelijk in leen gehouden door de heren van Bors sele, in latere tijden was dit niet altijd of slechts voor een klein gedeelte het geval. De verschillende takken van dit geslacht bezaten aanvankelijk elk in één van de zes parochies hun bezittingen, zo werd Westkerke ook Raaskerke genoemd naar Raas van Borssele, die hier bezittingen had. De residentie van de heren van Borssele, het "Huis van Troye" moet zich hebben verheven in de nabijheid van Monster (niet ver van het te genwoordige Borssele) de belangrijkste plaats van het gehele eiland. Het Westeinde van Borssele was echter een "kwaad" leen, d.w. z. het was alleen in mannelijke linie vererfelijk. Was geen mannelijke opvol ger voorhanden, dan viel het leengoed terug aan de leenheer, de graaf van Hollan'd en Zeeland. Alleen een bijzondere goedgunstigheid van de graaf of het betalen van een grote som geld konden hierop een uitzonde ring maken. Toen dan tegen het eind van de 14e eeuw de oorspronkelijke takken van het oude geslacht Borssele in het Westeinde van Borssele zelf in man nelijke linie waren uitgestorven, viel het aan de grafelijkheid terug. In 1407 werd het echter in leen uitgegeven aan Philips van Borssele van 46

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1975 | | pagina 48