veertjes in. Dit was een duur hoedje en daarom hadden mindervermo- genden een zwart strooien hoedje met horizontale rand. Daarop was geen versiering aangebracht. Beide strooien hoedjes werden met een zwart elastiek onder de keel vastgezet. Merkwaardig is dat de naam van het eerstgenoemde strooi'oedje "schuutje" was. In West-Friesland heette een witstrooien hoedje (van een ander model) "schuitje". In de nadagen van de misjesdracht komen ook de burgerhoedjes van wit stro als hoofdbedekking in de dracht. De strooi'oedjes werden voornamelijk zomers gedragen. 's Winters waren hoofd, nek en schouders bedekt met een "kapertje": een ingewikkeld wollen breisel van één kleur (donkergroen, donkerrood, donkerblauw, donkerbruin, donkerpaars of zwart)met "poezeltjes" wollen balletjes) aan de voorkant in dezelfde kleur versierd. Opvallend aan dit kapertje is de grondvorm, die in feite niet anders is dan die van de "musse" van de volwassenen - met weglating van enkele tussen- en aanzetsels. Nog simpeler vorm van de Zuidbevelandse muts kwamen we tegen bij een babymutsje van (mogelijk) het begin van de 19de eeuw: een hoefijzervor mige achterzijde, waartegenaan genaaid met de langste zijde een recht hoekig lapje van dezelfde meerkleurige katoenen stof (sitsen De onderkant van dit babymutsje, afkomstig uit Kloetinge, is van lusjes voorzien; hierdoor gaat een lintje, dat aan de keelzijde gestrikt kan wor den. Ten overvloede zij medegedeeld dat dit mutsje met wit linnen ge voerd is. Het kapertje werd met een ijzeren haak en oog aan de voorkant gesloten. Het kapertje was een daagse dracht, maar we kennen één oude foto van een kind met kapertje, dat opgesierd is met kunstbloemen van gekleurd textiel. Toen die foto gemaakt werd, was dat geen mode meer; we ver moeden, dat het een restvorm van een oudere tooi is en dat het kapertje ook een zondagse dracht geweest kan zijn. Bij katholieken was het kapertje precies gelijk aan dat van protestanten. Dat lijkt ons geen toeval. Al wie thuis oude familie-albums heeft, weet, dat vóór 1880/90 de foto's van klein en groot maar minimaal verschil laten zien tussen protestant en katholiek. Om deze genoemde en meer nog niet genoemde redenen durven wij ver onderstellen, dat het verschil protestant/katholiek in de eerste helft van de vorige eeuw gewoonweg niet bestond. We gaan nog even verder: het verschil protestant/katholiek zoals wij dat nu nog kennen bij de Zuidbe velandse vrouwendracht, zou best eens alleen maar een verschil kunnen zijn geweest in dorp of streek, in plaats van in religie Zondags kwam er zichtbaar verschil. Beide groepen droegen dan een nogal verschillende "poepinnemusse" als 57

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1975 | | pagina 59