helmus Christianus de Crane (1783-1788) en Cornelis van Citters van Bruëlis (1788-1795) (2). In 1677 stelden de apothekers en chirurgijns een huishoudelijk reglement voor hun gilde vast, dat als bijlage II is opgenomen. EXAMENS Wilde men chirurgijn of apotheker worden, dan moest men drie, ten minste twee, jaar achterelkaar stage lopen bij een vrij meester.Hierna kon de adspirant-chirurgijn of apotheker zijn examen afleggen. Dit exa men stond onder leiding van de dekens van het gilde, in aanwezigheid van de stadsdoktoren en de leden van het gilde. Iedere gildebroeder kon "door den mont van den deken" een of twee vra gen stellen. Het praktische gedeelte van het examen voor chirurgijn bestond uit het verbinden van de op de dag van het examen aanwezige patiënten in het Gasthuis, het Oudemannenhuis, het Weeshuis en de ar menhuizen. Over alle gevallen werd de chirurgijn ondervraagd. Hierna volgden enkele proeven die verricht moesten worden aan een dood lichaam. De adspirant-chirurgijn moest een schedel doorboren en een arm-of beenbreuk verbinden. Verder moest hij aderlaten. Met name deze laatste bepaling leverde vaak moeilijkheden op. Een dood lichaam waarop deze proeven uitgevoerd konden worden ontbrak nog al eens. Daarom werden de dekens van het gilde op 3 december 1746 gemachtigd om de proeven zodanig te laten uitvoeren, zoals zij dithet gemakkelijkst oordeelden (3). Op 9 februari lpfl bepaalden Burgemeester en Schepenen dat elk exa men aangemeld moest worden bij het stadsbestuur, dat voortaan twee personen uit hun midden afvaardigde om het examen bij te wonen (4). In 1672 werd de examinatoren opgedragen het examen zo kort mogelijk te houden, "hetselve nogtans wel precyse doende" (5). Op 9 januari 1740 brachten twee gedeputeerden uit de raad, de secreta rissen J. Keetlaar Az. en C. Ossewaarde, verslag uit van het examen afgelegd door Jan van Kestere. Naar aanleiding van dit verslag werd besloten dat alle toekomstige chirurgijns en apothekers eerst een tenta men moesten afleggen voor Burgemeester en Raden, voordat ze al dan niet tot het examen werden toegelaten (6). De apothekers kregen in 1742 vrijstelling van dit tentamen (7). De adspirant-apotheker werd op zijn examen ondervraagd over de me dicijnen. Hem werd bovendien opgedragen enkele medicamenten te be reiden. In 1727 werden andere examencriteria vastgesteld (8). CONCURRENTIE Een van de belangrijkste taken van het pas opgerichte gilde was het we- 69

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1975 | | pagina 71