2.
Maer alsoo een gilde door wetten ende ordre moet geregeert werden,soo
sijn de supplianten haere Eerwaerde verthoonende eenige wetten, waer-
naer sij oordeelen (doch onder correctie van hare Eerwaerde) dat dit
haer gilde sal bequamelijck connen geregeert werden, versouckende
dienvolgende dat hare Eerwaerde dese wetten sullen gelieven te appro-
beren ende auctoriseren.
3.
In den eersten dat niemant in dese stadt Goes ende vrijheyt van dien de
chirurgia ofte pharmatia sal mogen exerceren voor ende aleer hij is ge-
ëxamineert ende preuve gedaen heeft.
4.
Dat niemant tot de preuve ende examen sal toegelaten werden, tensij dat
hij drie, ten alderminsten twee, jaren naereenvolgende bij een vrij
meester preuve gedaen hebbende, gewoont heeft ende van den Hooftman
en de Dekens der selver stede ofte plaetse een vrijbrief gethoont heeft
aen de Dekens deser stede.
5.
Dat het examen ende prouve sal geschieden door 't beleyt ende bestier
van de Dekens, in de tegenwoordicheyt van twee stadtsdoctoren in de
medecine ende alle de gildebroeders, mits dat de andere gildebroeders
niet en sullen hebben noch adviserende ofte arresterende stemme,maer
dat ieder gildebroeder nochtans sal vrij staen door den mont van den
Deken een questie ofte twee te vragen.
6
De supplianten versoucken dat soo wanneer iemant sijn prouve doet in
de chirurgia, dat de gasthuyscamer tot haer gebruyck sal sijn, sonder
doch eenich beletsel daer iemant in doende.
8.
Dat de chirurgijns- ofte apothekersweduwen, soo lange sij weduwen sijn,
sullen vermogen winckel te houden met eenen knecht, mits dat den
knecht voor de waerheyt sal moeten verclaren, dat hij geen proffijt van
den winckel is treckende, maer alleene een gesette huerre, maer een
sone van een gildebroeder sal sijn moeder's winckel mogen bedienen,
soo lange sijn moeder weduwe is, maer voor sijn eygen selven winckel
houdende, sal gehouden sijn proeve te doen.
9.
Item dat geene quacksalvers, steuytvossen, tanttreckers ende diergelijc-
ke soorte van menschen en sullen in dese stede toegelaten werden om
hare bedriegeriën ende vuylicheden te vercoopenofte in 'twerckte stellen.
77