Er moeten een zeer groot aantal arbeiders aan de bedijking hebben ge werkt om binnen vijf maanden twintig kilometer dijk te kunnen leggen. Een aantal van deze mensen zal daarna tewerkgesteld zijn bij de verka velingswerkzaamheden, het graven van sloten en de aanleg van wegen. Op 8 augustus 1598 was de uitleg van het dorp Colijnsplaat reeds klaar en werd de uitgifte van de bouwpercelen aangekondigd (9). In de voorwaarden stond dat de kopers van erven daarop binnen twee jaar "een redelijk bekwame" woning moesten hebben gebouwd van steen, of tenminste met een voor- en achtergevel van steen en met een hard dak. De bouw van dit dorp, waarvan het eerste jaar reeds 120 erven waren uitgegeven, moet aan vele timmerlieden en metselaars werk hebben verschaft, van wie, evenals van de grondwerkers, zich enkelen onge twijfeld blijvend in het dorp zullen hebben gevestigd. Het dorp Kats aan de zuidzijde van de polder was van veel minder allure en begon met een aantal van nog geen twintig huizen waarvan dan nog een deel van hout was gebouwd, dus niet veel meer dan "keetkens", zo als zij dan ook werden genoemd. Hoeve "Oosterstein" (ca. 1912) 87

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1975 | | pagina 89