De bouw van de boerderijen was op een andere leest geschoeid. De bouwplaatsen daarvan lagen waar dit maar immers kon, in de on middellijke nabijheid van de bestaande schapestellen, niet alleen omdat deze stellen op de hoogste plaatsen gelegen waren, doch ook omdat hier reeds een, zij het bescheiden, woning beschikbaar was. De stellenaars hadden uiteraard met hun schapen moeten uitwijken naar meer westelijk gelegen schorren. De boeren die in hun plaats kwamen, betrokken met hun gezin de vrijgekomen woningen en hoefden nu voor lopig alleen maar schuren en stallen te bouwen (10). Deze gang van zaken blijkt duidelijk uit de jaartallen die bij de oude boerenwoningen in de muurankers het bouwjaar weergaven. In het eerste kwart van deze eeuw stonden er nog enkele van deze oude huizen overeind, doch niet een droeg een jaartal van vlak na de bedij king. Het oudst bekende huis was dat van de hoeve "Oosterstein". Het jaartal in de muurankers was 1628. Het huis is omstreeks 1924 ge sloopt. Aan de hoogte van het terrein is nog duidelijk de plaats van de oude schapenstelle te herkennen. De hoeve staat op grond die destijds aan de ambachtsheerlijkheid Kats hoorde en is waarschijnlijk gesticht door Anne Micault, die gerechtigd was in het ambacht Kats en ook Vrouwe van Oosterstein in Duiveland was. (11). De boerderij, gelegen aan de Oostzeedijk, ten oosten van de Katse G.roeneweg, zal aan het kasteel in Duiveland haar naam ontlenen. De gevelsteen die van het oude huis weer op het nieuwe huis is aange bracht, vertoont het wapen Oosterstein. De bovengenoemde Katse Groeneweg is na de bedijking aangelegd als scheiding tussen de ambachtsheerlijkheid Kats en de rest van de polder en werd om die reden "de Scheijdweg" genoemd. Enige honderden meters westelijk van deze weg ligt op enige afstand van de dijk de boerderij "Vredehof". Het oorspronkelijke huis op deze boerderij was gebouwd in 1632 en is gesloopt in 1951. Op een foto uit 1912 van deze boerderij is het jaartal 1632, gevormd door de muuran kers in de eindgevel, duidelijk zichtbaar. Naast de arbeidsplaatsen voor boeren, landarbeiders en bouwvakkers vonden beoefenaars van een aantal andere beroepen arbeid in de nieuwe polder. Er woonden bijvoorbeeld een vrij groot aantal schippers te Co- lijnsplaat. Daarbij waren beurtschippers op Zierikzee, Goes, Middel burg, Dordrecht, Rotterdam en Bergen op Zoom. Er waren rijs- en steenschippers die de onderhoudsmaterialen voor de dijken aanvoerden, vletters die zorgden voor de aanvoer en het transport van zoden waar dit nodig was en er was ook een zogenaamde waterman, die de aanvoer van drinkwater en waarschijnlijk ook van water voor de brouwerij verzorg de. Want er was natuurlijk een brouwerij in het dorp. Verschillende brouwers worden met name genoemd, bijv. Joris Thielman en Job Phi- lipsz. Versluijs. Andere ambachtelijke beroepen waren: smid, kleermaker, schoen- en gareelmaker, kuiper, slager en rietdekker (deze laatste beroepen 88

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1975 | | pagina 90