penningmeester van de polder doch slechts voor één jaar, tegen een beloning van 200 gulden, werd de rentmeester Pieter uijt Mattenburgh. Secretaris van Colijnsplaat werd in 1599 Pieter Bouwensz. de Raet, nadat Adriaan Cornsz. Roose deze functie reeds gedurende enige tijd had waargenomen. Op 6 oktober 1604 werd een instructie voor een nachtwacht opgesteld (13). Deze nachtwacht moest bestaan uit 10 rotten van 9 man elk die om beurten dienst deden. Tien rotmeesters werden benoemd, nl. Hendrik Geertse Kerkman; Cornelis Leendertsz. Dortsman; Pieter uijt Matten burgh; Maarten Adrsz. Cluijfhooft; Adriaan Cornsz.Roose; Joos van de Voorde; Jan Rombouts; Mr. Jan Baan; Pieter Bouwensz. de Raat en Tristam Leendertsz. Both. Voor het jaar 1608 worden de namen van schout en schepenen, secre taris, gerechtsbode en schotters genoemd als volgt (14): Schout: Hendrik Geertsz. Kerckman. Hij kwam uit Gelderland en trouwde (mogelijk tweede huwelijk) na 1625 met Margarethe van Lode- steijn, geb. Delft 1590, overleden Colijnsplaat 28-11-1661, eerst we duwe van Danker Boogaert, kapitein ter zee der Ver. Nederlanden, overleden 1625. Schepenen: Pieter uijt Mattenburgh; Dirk van Bueren; Antonis van der Buerse; Pieter Coene van Driel; Jacob Swemer; Adriaan Gerritsz. en Joos van de Voorde, doch deze had (door afwezigheid de eed niet af gelegd en kon daarom voor dat jaar zijn ambt niet vervullen. Secretaris: Pieter Bouwensz. de Raet x Emerentia Steenemols) Bode: Cornelis Leenaertsz. Dortsman Schotters: Lenaert Knuijt en Corsiaen den Diender. In 1606 was Marinis Werckendet rentmeester (15). Hij verpachtte de korenmolen voor twee jaar aan Marinus Rijkens voor 25. - vlaams. Hij verpachtte ook, ingaande 1 januari 1606 voor ten hoogste zeven jaar de visserij binnen de polder, voor zover aan de Oranjes toekomend, voor 4-10-0 vis. per jaar aan Tobias Michielsz.Oostdijck, en de vo- gelarij rondom het eiland, buitendijks, op dezelfde voorwaarden voor 0-19-0 vis. aan Thonis Vletter. In Kats was Bastiaan Witte Groenevelt, geb. te Charlois, schout van 1600 tot 1625. In 1610 waren daar secretaris: Leendert Jansz. Ver- sporte (1610-1639) en schepenen: Balten Anthonisz. van den Broecke; Coen Jordanisz. Andries Matheusz. Willem Jorisz. de Vletter en Cornelis Jacobsz. Kuip. 91

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1975 | | pagina 93