vrouw kwam uit Hulst. Jan (Hans) van Damme, uit Oost-Souburg, schout van Orizand. Jan Arentsz. Landman, uit Oosterhout. Gillis Cornsz. Cauwer, uit Valkenisse. De migratie ging voort naarmate meer land werd bedijkt. In 1616 werd de Nieuw- Noordbevelandpolder bedijkt met een oppervlakte van 500 hectare. In 1641 volgde de Fredrikspolder met 513 hectare en in 1652 de Wisse- kerkepolder met 667 hectare. Mede als gevolg van de bedijkingen was rond 1650 het aantal inwoners van het eiland minstens verdubbeld ten opzichte van 1600. Nog steeds was er maar één kerk, waar alle bewoners bijhoorden voorzover zij althans geen mennonieten of katholieken waren. Beide groepen waren op het eiland vertegenwoordigd. Behoudens uitzonderin gen werden zij wel door de predikant getrouwd en lieten zij ook hun kinderen door hem dopen. Begin 18^e eeuw werden een vrij groot aan tal kinderen van Noordbevelandse katholieke ouders in Goes gedoopt. Een aantal der inwoners was afkomstig uit Vlaanderen en Frankrijk maar de meesten waren echt geen uitwijkelingen vanwege hun geloof, zoals vaak wordt verondersteld. Zij kwamen, ook als zij katholiek wa ren, gewoon omdat hier werk voor hen was. Van enkelen is wel bekend dat hun ouders vanwege geloofsvervolgingen noordwaarts waren getrokken. Wij noemen van deze: Adriaan Adrsz. Haak (Haeck) die uit Zele in het laatst der 16^e eeuw naar Zierikzee gekomen was "omme de oorlogen, de binnenlandsche beroerten ende de religie". Zijn zoon Adriaan kwam in 1622 op een boerderij bij Kats wonen. Op 10 september 1580 trouwde te Leiden Jan Weeksteen uit Belle met Marijtjen Passchiersdr. Billioen uit Poperinge (16). Zij moeten wel de ouders zijn van Pieter Janse Weeksteen, landbouwer te Kats. Op 30 januari 1601 trouwde te Leiden Steven Vermaas, saaiwerker, jongeman uit Hondschoote, met Neeltje Hoorneweerts, van Dixmuiden, weduwe van Charles van Leijsele. Een Jan Stevensz. Vermaas liet in 1639 zijn eerste kind dopen te Colijnsplaat. (16) Op 18-12-1590 trouwde te Haarlem (ondertr. Dordrecht 25-11-1590) Franchois Joostsz. Capoen, van Belle in Vlaanderen met Jannicken Rijnoutsdr. van Nieuwpoort, weduwe van Jan Degel van Steenvoorde. (16). Op 5-10-1664 kwamen Frans Jacobsz. Capoen met zijn vrouw Lijsbeth Marinusdr. de Bock met attestatie van Wissekerke te Kats. Deze Frans was waarschijnlijk een kleinzoon van bovengenoemde Fran chois. Het bleek mogelijk van een aantal mensen die tussen 1598 en 1715 in Noordbeveland kwamen wonen, de herkomst te bepalen, zij het dat niet 93

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1975 | | pagina 95