WEE ZILVEREN SCHUTTERSPLATEN UIT 3-HEER ARENDSKERKE jor drs. J.de Kleyn dere beheerder van een voorwerpencollectie heeft naast de zorg voor onder zijn berusting zijnde objecten een zekere bezorgdheid ten aan- en van de open plekken in deze verzameling. Hij voelt zich soms als postzegelverzamelaar, die in zijn album één of meerdere open hok- :s constateert. Het zich bewust zijn van het ontbreken van bepaalde oorwerpen heeft tot gevolg dat men gericht gaat zoeken met het uitein- elijke doel waardevolle aanwinsten voor de collectie te verkrijgen, eer dan eens doet zich echter het merkwaardige feit voor, dat aanwin- en kunnen worden geboekt op een plaats in de verzameling waar men ieel geen "open hokjes" verwachtte. Zo ontstaan dan toevals- of ge- .iistreffers et was hieraan, dat ik moest denken toen mij onverwachts vanuit Zee- ad een paar zilveren schuttersplaten werden toegezonden, die betrek- g hadden op het Mussche Gilde van 's Heer Arendskerke Z.Beveland) herinnerde me de naam mussengilden wel eens te zijn tegengekomen, aar waar Ook spookte me de gedachte "onbelangrijk" door het hoofd verband met deze gilden, die ook wat hun naam betreft niet zo aan de eg timmerden als bijv. St. Joris of St. Sebastiaan. Toen we er Jolles op lazen klopte dit wel, ofschoon het ons niet veel verder bracht. De ssengilden, werden er als jongensgedoe gekwalificeerd en daar kon- ;n ze het mee doen (2). Wij echter niet, want zilveren gildeplaten zijn niet iets voor zomaar jongens. Geeft de schuttersgilde-literatuur ons echts schampere opmerkingen te lezen, de oudere landbouwbeschrij- aigen blijken voor ons doel een betere bron te zijn. Het bleek al spoe- g, dat de mussengilden wel degelijk een belangrijke rol in het volksle- n op het platteland hebben gespeeld en zelfs in de 19e eeuw heel wat moederen in beweging hebben gebracht, als werd het tevens duidelijk, ■t de liefhebbers van de oude schuttersgilden er hun neus voor optrok - an. at waren en hoe zijn nu de mussengilden ontstaan Ze waren een soort actie op de vraatzucht der vogels. Immers daar waar de boeren hun .kers zaaiden meenden de vogels steeds recht te hebben op een deel van oogst. Met allerhande middelen, van verschrikker tot schietgeweer, rd vooral in de akkerbouwgebieden gepoogd de gevleugelde dieven te rjagen. Waarschijnlijk reeds voor en zeker in de 18e eeuw werden erheidsmaatregelen genomen. Zo lezen we al van het in 1712 en 1743 vaardigen van placaten door de Staten van Zeeland waarin geëistwordt J men vogelnesten uithaalt. In gebreke blijven heeft opgelegde boetes ïgevolge, terwijl anderzijds beloningen werden uitbetaald voor het do- n van vogels of het uithalen van nesten (3). Het gemeenschappelijk be rijden van kraaien, eksters, kauwen en mussen blijkt inderdaad resul- 39

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1976 | | pagina 41