Ligging der boerderijen
De boerderijen waren in de beginperiode zeker allereerst en zoveel als
mogelijk gelegen in de dorpen, die op de hogere punten in het gebied
ontstonden, en verder op hoger gelegen gronden, waar deze verder nog
werden aangetroffen.
De kern van Zuid-Beveland - de zgn. Brede Watering bewesten Yerseke
- lag binnen de ringdijk daaromheen vanaf de Zanddijk in het oosten tot
aan de Valdijk en de Groote Dijk in het zuiden en westen. Daarbinnen
waren enkele hoge ruggen gelegen, waarop dorpen als onder andere
Baarsdorp, Nisse, 's Heer Abtskerke, Kloetinge, Kapelle, Wemeldinge,
Schore en Yerseke ontstonden. In die dorpen en in hun omgeving kon
men de vroegste hofsteden aantreffen. Hier speelden onder andere vei
ligheidsoverwegingen een rol en pas later ontstaan bedrijven in de vele
nadien volgende bedijkingen buiten de ringdijk, dus ten zuiden, westen
en oosten daarvan. Dit geldt niet zo sterk voor Noord-Bevelandomdat
daar na de herbedijking vanaf ca. 1600 zowel de verkaveling als een ze
kere mate van egalisatie, van invloed zijn geweest op de ligging van de
boerderijen.
De bouwkundige onderdelen der boerderijen
Vanouds was op het boerenbedrijf behoefte aan enkele ruimten voor
onderbrenging van mens, dier, voorraden en werktuigen. We zullende
laats voor de bewoners hierna afzonderling bezien, doch eerst aan
dacht schenken aan de bedrijfsruimten.
e 1 and b ou w s c h u r e n
Deze hebben zonder uitzondering alle een langgerekte grondvorm, die
wat de afmetingen betreft wel wat uiteen kan lopen.
Bij de grootste schuren kan de lengte wel ca. 60 meter en de breedte
neer dan 15 meter zijn. De wanden, die van hout zijn, steunen, ver
bonden aan de stijlen, op een laag muurtje, dat een weinig hoger dan
het grondoppervlak is. Het is naar binnen wat uitstekend en wordt daar
dan gebruikt om er klein gereedschap van allerlei aard op te leggen en
bij de hand te hebben.
De wanden van de landbouwschuur zijn, zoals gezegd, oorspronkelijk
alle van houten delen, die aan de buitenzijde elkaar overlappen. Ze zijn
wat men noemt "gepotdekseld". Elke onderste plank wordt dus aan de
bovenzijde naar buiten toe door de bovenste afgedekt. Dit om regen en
tocht te weren.
In de tijd, dat deze nog bestaande houten schuren en hun voorgangsters
werden gebouwd, was hout voldoende beschikbaar en zeker qua aanschaf
65