DE BUITENPLAATS EVERSDIJK ONDER BIEZELINGE Bijzonderheden uit de geschiedenis van het gebouw en de bewoners, door G. J. Lepoeter. Inleiding Als we het gehucht Eversdijk vanaf Biezelinge binnenkomen zien we daar, even voor het centrum, rechts van de weg een opvallend gebouw; tegenwoordig weer enigszins opgeknapt, maar het is bij de eerste aan blik duidelijk, dat het betere dagen gekend heeft. In de omgeving kent iedereen dit gebouw als "de villa", die gedurende de eerste helft van deze eeuw bewoond werd door Hendrik Slabbekoorn met zijn gezin; en kele oudere mensen weten vage verhalen te vertellen die verband houden met de vroegere bewoners, Saaymans Vader en Pompe van Meerder- voort. In dit artikel zal ik trachten een aantal gedetailleerde bijzonder heden over "de villa", zoals deze uit de verschillende onderzoekingen blijken, in een logisch verband weer te geven. Het gehucht Eversdijk is vooral de laatste eeuwen van geringe betekenis, het is het centrum van de ambachtsheerlijkheid Eversdijk en Galgoord, waarover we in het Aardrijkskundig woordenboek der Nederlanden van 1843 o.a. het volgende lezen: "Deze heerlijkheid bevat het gehucht Eversdijk en enige verstrooid lig gende huizen, beslaat ene oppervlakte van 413 bund. 40 v.r. 13 v.ell. telt 14 huizen, bewoond door 17 huisgezinnen, uitmakende ene bevolking van 80 inw. die alleen hun bestaan vinden in de landbouw. Men heeft in deze heerlijkheid geen school, maar de kinderen genieten te Biezelinge onderwijs. Vroeger was het een dorp met een fraai kerkje, dat enendik- ken toren had, die van klok en uurwerk voorzien was. Deze kerk is in het jaar 1821 ingestort en later geheel afgebroken; terwijl de toren in 1840 gesloopt is". Oorsprong De buitenplaats is ontstaan uit de in de Veerhoek van Eversdijk gesitu eerde boerderij, die op de bekende kaart van Hattinga uit 1747 ook reeds voorkomt. Omstreeks het midden van de achttiende eeuw vinden we als eigenaar Willem Corns. Ockerse, terwijl als pachter dan optreedt Mari- nus Marinusse Spruijt. Tegen het eind van de achttiende eeuw is de eigendom in handen van Mr. Aarnout Wilhem van Citters, een lid van de in die dagen in Zeeland zeer vooraanstaande familie van Citters, zelf secretaris, raad en burgemeester van de stad Goes. Ook dan is M.M. Spruijt nog steeds pachter, die dit blijft tot na 1800. Deze zal zeker de hoeve ook vele jaren bewoond hebben. Na het overlijden van Mr. A.W. van Citters in 1814 is de eigenaar Anthonie Pieter van Citters, terwijl 7

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1976 | | pagina 9