111
om 'holen' in de stoep te maken en het kelderluik bood de gewenste oplossing.
Het noordelijke gedeelte blijkt behalve de muurdoorbreking, ook te verschillen
in dakafsluiting. We hebben hier te maken met een zadeldak dat haaks op het zo
juist genoemde staat. De richting van de nok loopt dus oost-west. Helaas is in het
begin van deze eeuw het zadeldak afgeknot, zodat de vliering niet meer terug te
vinden is in de huidige bouw. Het terugwijken van de bekapping is evenmin origi
neel. (Dit blijkt eens te meer uit de nummering van de kapspanten: nummer 1
ontbreekt, maar zou precies daar moeten staan waar de kap nu schuin begint weg
te lopen). In de oorspronkelijke toestand zal het noord-westelijke geveldeel en het
daartegenover liggende noord-oostelijke deel bekroond zijn geweest door een
trapgevel. Dit huisdeel zal zich qua vorm, voorgedaan hebben als het fraaie huis
'de Drie Koningen' aan de Bierkade te Goes.
Waar zich nu de vensters van de le bouwlaag bevinden heeft vroeger de ingangs
partij gezeten van dit huisdeel.
De vensters daarboven date-
ren evenmin uit de oudste pe-
"j riode van het huis. Dit tonen
de onderbrekingen in de witte
T T" speklagen en ander metsel-
fff? werk alleen al aan.
Wf) Daarenboven kende men in
jy het begin van de 16e eeuw nog
geen schuiframen. Deze wer
den pas uitgevonden einde
17e eeuw door de bekende
Engelse architect, wiskundige
en astronoom Sir Christopher
r— Wren. In Engeland werden ze
r voor het eerst toegepast in
- 1683, bij ons, tijdens de rege-
"'SfSÊS' '"^jBSBBtT^ÊÊÊÊÊÊ van Koning-Stadhouder
van het Loo (8).
w I r Pim mn Het type venster dat men zich
voor moet stellen in de oor-
I .pMp^p spronkelijke gevel is het kruis-
hiervan vindt men nog terug
in het Gothische huis aan de
- Turfkade. (zie foto). De door-
"rjf' breking in de muur met klei
nere vensters zal ongeveer op
9. Detail van Turfkade 11: kruisvenster. dezelfde plaats geweest zijn.
Vanwege zijn functie is het echter een onmogelijkheid dat men de oorspronkelij
ke kruisvensters door de waterlijst laat 'zakken'.
Het interieur van het 16e eeuwse huis is in opzet eenvoudig en functioneel. Men
past de ruimtes aan, aan het gebruik zonder te letten op een bepaalde esthetische