Tussen 1760 en 1765 vindt een zeer ingrijpende verbouwing plaats. Stadsbouw
meester Boudewijn Cramer, dezelfde persoon, die het Goese stadhuis moderni
seert, heeft zo goed als zeker het ontwerp geleverd voor deze schepping (11). De
gevel is opgetrokken in Hollandse Regence-stijl: de overgangsfase van de Lodewijk
XIV naar Lodewijk XV- of Rococostijl.
Dat de verbouwing in Regence-stijl plaats greep is merkwaardig; men had mogen
verwachten dat een modernisering volgens de principes van het Rococo verwezen
lijkt zouden zijn.
Een 12 jaar ouder gebouw, het tegenwoordige hotel 'de Korenbeurs' daterend uit
1753 kenmerkt zich wel door een Rococo-ornamentiek. Dat deze stijl nog niet
doorgedrongen was in de provincie is daarom geen steekhoudend argument. De
oorzaak zou ik willen zoeken bij de bouwheer. Johan Isebree was 45 jaar
toen hij het oude huis betrok en plannen opvatte voor de verbouwing. Een geze
ten burger dus, die waarschijnlijk een conservatieve smaak had en de frivole
Rococo-decoratie niet wist te appreciëren.
Een vergelijkbare situatie doet zich voor wanneer in 1771 het stadhuis van Goes
gemoderniseerd wordt. Boudewijn Cramer dient plannen in, zowel in Rococo-
als Lodewijk XVI stijl. De vroede vaderen kiezen voor de inmiddels ouderwets
geworden Rococo opzet.
De vormen die men aan-
treft bij Kleine Kade 47 zijn
nog symmetrisch zoals dat
past voor Lodewijk XIV,
maar reeds lichter en gevoe
liger van uitdrukking. De
asymetrische C-krullen
zullen pas verschijnen in de
periode van het Rococo en
treffen we nog niet aan,
noch aan de gevel, noch in
het interieur van de Kade
woning. Symmetrie is niet
alleen een essentieel ken
merk voor de sierkunst van
die tijd. Ook de plattegrond
en de indeling moeten sym
metrisch zijn. Vandaar dat
men er toe komt om een
monumentale lange gang als
as in de plattegrond te bren
gen (zie foto). Hierlangs lig
gen de diverse vertrekken
gegroepeerdde deuren staan
precies tegenover elkaar.
Daar waar geen deur nodig
is, wordt een valse deur aan
gebracht.
10. Kleine Kade 47 te Goes
De gang
113