VAGEBONDEN VAN DE ZELFKANT Een kroniek over de misdaad op de Bevelanden in de 16e en 17e eeuw. door L.J.Abelmann. Aan de hand van archiefstukken worden hierin de doopcelen gelicht van hen die als misdadiger en vagebond in handen van het gerecht vielen. VI. Adam Crijnss. van hemdendief tot scheepsrover. Een roofoverval op een schip was de laatste misdaad die Adam Crijnss. pleegde. Hij werd naar aanleiding van dit gebeuren door de baljuw gevangen genomen. Deze gevangenneming sond niet op zichzelf, het was een deel van een groter ge heel. De baljuw van Goes met zijn dienaars, geassisteerd door drie dienaars van de stadhouder van Zuid-Beveland wisten tijdens een nachtelijke actie negen vagebon den gevangen te nemen. Adam Crijnss. rond 1540 in Delft geboren was schaliedekker van beroep. Een schaliedekker was iemand die zich bezighield met het leggen van leien en dakpan nen. Vaak waren dit rondtrekkende ambachtslieden. Bij zijn gevangenneming op 18 december 1567 was Adam ongeveer 27 jaar. Op de laatste dag van het jaar werd hij door de baljuw aan het gerecht of de vierschaar gepresenteerd. Op 19 januari 1568 kwam hij opnieuw voor de vierschaar. Tijdens deze laatste rechts zitting bleek dat Adam nog niet veel had losgelaten van zijn schelmendaden. De baljuw vroeg en kreeg toestemming om hem voor een scherp examen op de pijn bank te brengen. Vier dagen later was het dan zover. Adam ging onder het mes, of liever gezegd hij werd met een brandende kaars bewerkt. Uit de rekening van de baljuw lezen we dat voor dit verhoor een aantal kaarsen werden aangeschaft en verbruikt. Adam bekende waarschijnlijk meerdere misdaden, alleen wilde hij de namen van zijn medekornuiten niet noemen. Gewapend met deze bekentenissen kreeg de baljuw het verzoek om een en ander na te trekken. Aangezien meerdere van zijn streken zich buiten Goes hadden afgespeeld moesten er diverse reizen gemaakt worden. Zo ging de bode Adam Andriesz. op pad naar Middelburg en Vlissingen. Een an dere bode werd naar Kruiningen gestuurd om bij de stadhouder van Zuid-Beveland de nodige informaties te krijgen. Korte tijd daarna werd de bode opnieuw naar deze stadhouder gezonden om nog eens om deze informatie te vragen. Hij kreeg de speciale opdracht de gegevens hoe dan ook mee te brengen. Ook toen werkte de ambtelijke molen kennelijk al traag. Notaris Sebastiaen van Barensteijn ging naar Hansweert om daar meerdere getuigen te horen. Hiervan werden notariële akten gemaakt. De bode Adriaen Janszoon Piroene werd naar Veere gezonden om afschriften op te vragen van de bekentenissen van Bartel Gay en Cornelis Willeboirts. Deze bei den waren in Veere om hun misdaden ter dood gebracht. Zij zouden bekend heb ben een en ander samen met Adam Crijnss. te hebben gepleegd. Hoewel de baljuw van Veere enkele keren beloofde de stukken te zenden, bleef hij in gebreke. Ten slotte werd de bode opnieuw naar Veere gezonden, nu met uitdrukkelijk bevel, 19

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1977 | | pagina 33