Het poortersgilde 'bewairde' de Oostpoort van de draaibrug tot de Pijntoren (B). In de Oostpoort stond een serpentine met drie kamers en verder hadden zij nog 4 haakbussen en een haakbus met een houten staart. De Schoenmakers, de Pijntoren en het blokhuis achter Maije Stoofs hoof tot het blokhuis achter Cornelis An- driess. (C). Hun bewapening was: in de Pijntoren een steenbus met drie kamers; in het blokhuis 2 serpentines met 6 kamers en over de muur verdeeld 4 haakbus sen. De Wevers hadden op hun beurt het blokhuis achter Cornelis Andriess. tot het slopje bij het huis van Jan Ponce (D). Bewapening: 2 haakbussen en 4 hand bussen. Een handbus was een kleinere uitvoering van een haakbus. Het kon als handwapen gebruikt worden. Afbeelding 8 geeft een idee hoe een dergelijk wapen werd gehanteerd. De Smeden kregen het stukje vanaf het slopje bij Jan Ponce tot en met de Zuidpoort (E). In deze laatstgenoemde poort stonden twee serpentines met 5 kamers. Voor de verdere ver dediging waren nog 4 haak bussen beschikbaar. Ook dit gilde had als reserve een haak bus met een houten staart. De Wolscheerders het stuk vanaf de Zuidpoort tot de eerste doelen van het hand booggilde (F). Zij hadden 4 haakbussen. De Nayers vanaf deze doelen tot en met het blokhuis in het schuttershof (G) 4 haakbussen. De Vlees houwers hadden een klein stukje muur vanaf dit blok huis tot aan de gracht van het voetbovenhof (H). Zij hadden dan ook maar 3 haakbussen. Eveneens 3 haakbussen kre gen de gildebroeders van het koopliedengilde. Hun muur liep vanaf de gracht van het voetbogenhof tot de Koepoort (I). De Landlieden hadden de Koepoort en de muur tot de St.Sebastiaenstoren (J). Zij hadden 6 haakbussen. Hier valt op te merken dat de Koepoort geen bewapening kreeg van een steenbus of serpentine. Wel kreeg dit gilde de bewuste haakbus met houten staart. Het stuk muur te beginnen met de St.Sebastiaenstoren tot de toren achter het klooster was in handen van de Timmerlieden (K). Zij kregen 2 serpentines met zes kamers en vier haakbussen. De hoofdlieden van elk gilde werden belast met het bewaren van de sleutels van de bergplaatsen van het geschut. Op afbeelding 9 een overzicht van de bewapening van 1517. 8. Een schutter met zijn handbus 69

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1977 | | pagina 83