pen van Goes geweest en werd gedeputeerde in de Rekenkamer te Den Haag. In
1643 huwde hij met Geertruyt van Alteren. In 1657 bij de moeilijkheden rond
de baljuw Bartolomeus Dankerts was hij kapitein van de Burgerwacht en werd op
24 maart in de 's-Heer Hendrikskinderenstraat met zijn patrouille aangevallen
door aanhangers van de baljuw waarbij hij sneuvelde. Maarliefst 76 wonden wa
ren hem toegebracht.
In 1679 werd de woning door de rentmeester Huijbrecht Smallegange als lastheb
ber van Geertruyt van Alteren in het openbaar verkocht aan de advokaat mr.Cor-
nelis Kelle voor ruim 555 Vlaamse ponden. Hij ging failliet waarna het huis op
7 maart 1707 in het bezit kwam van Jacobus Kelle. Hij verkocht het nog in de
zelfde maand aan de rentmeester Johan Bosdijk voor 303 Vlaamse ponden. Johan
Bosdijk overleed in 1717.
Het pand ging nog verder in waarde achteruit, in 1718 werd het voor slechts 233
ponden Vlaams verkocht aan mr. Cornelis Eversdijk (1680-1726). Het huis zal
zich in een verwaarloosde toestand hebben bevonden. Zijn nieuwe eigenaar was
schepen en raad, maar bleef slechts kort bezitter van de woning. In deze korte
tijd zal hij het waarschijnlijk hebben laten opknappen, want met een winst van
100 Vlaamse ponden verkocht hij het in 1721 aan mr. Mattheus Eversdijk. Ver
koper en koper waren achterachterneven van elkaar.
Mr. Mattheus Eversdijk (1686-1740) begon zijn carrière als secretaris van het
Hof van Holland maar keerde naar zijn geboorteplaats terug om daar schepen,
raad en tenslotte burgemeester te worden. In 1727 verkocht hij het huis aan
Petrus de Meyer voor 300 ponden Vlaams. De koper moest 300 Carolusguldens
voor de meubels betalen en 2 gouden ducatons voor de kinderen van de verkoper.
Petrus de Meyer (1680-1730) legde op 9 juli 1708 de eed af als poorter van Goes
en was afkomstig uit Aardenburg. Hij huwde met Cornelia Driewegen (1696-
1759) en door dit huwelijk werd hij onder meer schepen en raad. In 1729 ver
kocht hij het huis aan Johan van Thiel voor 250 ponden.
Johan van Thiel jr., geboren in Dordrecht, legde op 13 april 1726 de eed af als
poorter van Goes en huwde met Susanna Eversdijk (1700-1741). Hij huwde voor
een tweede keer in 1743 met Gertruda de Vroe (1711-1779). Door deze twee
huwelijken werd hij al spoedig opgenomen in het stadsbestuur. Hij bekleedde
onder andere de funkties van weesheer, schepen en raad. Op 2 mei 1760 overleed
hij. Zijn weduwe legateerde haar woonhuis aan Matthia Jacoba Rimmers (1745-
1799), die als weduwe van Walraven van Kerkwijk in 1775 huwde met Leendert
Paardekooper (1736-1795), heer van Kapelle en Biezelinge en schout en secretaris
van Wolphaartsdijk.
Logement en herberg
In 1780 werd het huis verkocht aan Nicolaas Weijland, die in 1774 poorter werd
van Goes en geboren was in Nijmegen. Hij was meester loodgieter en schaliedek
ker. Hij besloot in 1786 zijn nieuwe huis tot logement in te richten en verzocht
het stadsbestuur om toestemming. Het moment was minder gelukkig gekozen
omdat juist in diezelfde tijd het stadsbestuur klachten bereikten over vreemdelin
gen in de logementen. Het verzoek werd afgewezen. Twee jaar later probeerde hij
het opnieuw. Ditmaal werd het verzoek wel toegestaan. Hij kreeg tevens toestem-
99