Literatuur
Baan, J. van der, Wolfaartsdijk, Goes, 1866.
Bilt, C.L. van der, Genealogische aanteekeningen omtrent Goesche geslachten in
de gouden eeuw, in: De Nederlandsche Leeuw, 1922.
Dek, A.W.E., Het geslacht Eversdijk uit Goes, in: Jaarboek Centraal Bureau voor
Genealogie, 1973.
Eggebeen, A.G., Honderd jaar Gereformeerde Gemeente Goes, Goes, 1972.
Haak, B. Rembrant zijn leven, zijn werk, zijn tijd, Den Haag, z.j.
Hees, E.H.Y. van, Het postkantoor te Goes, in: Gens Nostra, nr. 4/5, april/mei
1969.
Nagtglas, F., Levensberichten van Zeeuwen, 2de deel, Middelburg, 1893.
Nederland's Adelsboek, 1955 (D-Ha)
Nieuw Nederlandsch Biografisch Woordenboek, 2de deel, Leiden, 1912 (kol.
1300, 1301) en 4de deel, Leiden, 1918 (kol. 1070, 1071).
Piccardt, R.A.S., Bijzonderheden uit de geschiedenis der Stad Goes, Goes, z.j.
Prins, P.C. Bloys van Treslong, Genealogische en heraldische gedenkwaardighe
den in en uit de kerken der Provincie Zeeland, Utrecht, 1919.
Uil, H., Lijst van de archieven en verzamelingen in de gemeentelijke archiefbe
waarplaats van Goes, Goes, 1975.
Mr. John B. Hunter III van het "Detroit Institute of Arts", Detroit, Michigan
(U.S.A.) wordt dank gebracht voor het onderzoeken van de achterzijde van het
schilderij van Rembrandt van Rijn.
Bijlage
Rekening van ontvangsten en uitgaven van de boedel van Hieronimus van der
Straten en Joanna Drijwegen over 1662 en 1663, overgebracht bij de Weeskamer,
1665. (Gemeentearchief Goes, Weeskamer Goes).
Voor eerst comen hier eenige speciën van goude als silvere pennin
gen staende in de camer daer de voornoemde juffrou in gestorven
is, in een swarte coffer met ijsere banden, zijnde voor eerst dese
drye kinderen gemeene spaerpot
verschillende munten met een totaal waarde van 109 Vlaamse pon
den 13 schellingen en 4 denaren
Andere specie van goude ende silvere penningen
verschillende gouden en zilveren munten met een totaal waarde
van 1100 Vlaamse ponden en verder:
Noch drye groote stucken zijnde penningen, een gegeven over het
winnen van Hulst.
Een ander van 't Sas van Gent.
Het derde van den vrede met Hispaenge, welcke drye stucken be
rusten in de voornoemde coffer, hier tot memorie
106