r Tekening van het hof Watervliet (circa 1630) Gemeentearchief Goes, archieven der families Brouwer, later van Watervliet en De Perponcher Sedlnitsky, inventarisnummer 132. In een getuigenis uit 1589, afgelegd ten behoeve van de weduwe van Jonkheer Adolf van Haemstede, wordt als woonplaats van Gillis "de parochie Heinkens- sant" opgegeven (3), terwijl Watervliet in zijn boedelrekening, op 12 mei 1594 door Albert Joachimi overgebracht voor schepenen van Heinkenszand, wordt omschreven als "het huys gestaen up Heynkensandt, daer Gillis de Brouwer inne te wonen plach" (2). Gillis Cornelissen was schout van Heinkenszand, in welke hoedanigheid hij voor de eerste maal wordt vermeld in 1566 (4). We mogen echter aannemen dat hij deze landsheerlijke betrekking ook reeds daarvoor bekleedde. Een aanwijzing hiervoor vinden we in een in 1561 afgegeven kwitantie, waarin hij verklaart van Joris van Steynemolen, stadhouder van Walcheren, een financiële vergoeding te hebben ontvangen voor door hem bewezen diensten in de strafzaak tegen een ze kere Jan van Groningen (5). Gesteund door het kapitaal dat zijn ambachtelijke voorgeslacht hem had nagela ten (het brouwersambacht was één der meest winstgevende wist Gillis Brouwer zich gedurende zijn leven aanzienlijke bezittingen te verwerven. Veelal samen met zijn oudste zoon Cornelis Gillissen, geboren uit een van omstreeks 1550 dateren de relatie, kocht hij een groot aantal landerijen op van de uitgeweken of verban nen adel. Zo kochten zij bijvoorbeeld van de markies van Veere (Oranje de heerlijkheden 's-Heer Abtskerke en Sinoutskerke en van de bekende Zeeuwse adellijke geslachten Van Cats, Van Cruyningen en Van Schengen onder meer ge- 9

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1978 | | pagina 11