Het huis Watervliet (2de helft 1 7de eeuw)
Gravure uit de Cronyk van Zeeland door M. Smallegange
Gemeentearchief Goes, Topografisch-Historische atlas
na het sluiten van het huurkontrakt moet Cornelis Gillissen zich bedacht hebben,
want sedert het eind der negentiger jaren verbleef hij regelmatig op het Heinkens-
zandse hof.
De redenen voor deze plotselinge ommekeer zijn wederom niet precies aan te ge
ven. Omstreeks deze tijd had slechts een klein deel van de stedelijke aristocratie
een tweede woning buiten de stad, het zo bekende verschijnsel "herenhuizen"
dateert uit later tijd. Een modegril kon het dus nauwelijks zijn. Mogelijk zocht
hij de rust van het platteland, wellicht wilde hij zijn materiële welstand tot uiting
doen komen, vaststaat dat zijn aanvankelijke bedenkingen tegen Watervliet volle
dig omslaan ten gunste van de ridderhofstede.
Zeer sterk komt dit tot uiting in het feit dat Cornelis Brouwer zich er in het eer
ste decennium van de zeventiende eeuw naar gaat vernoemen. Vanaf 1609 vinden
we hem zelfs uitsluitend terug onder de naam Van Watervliet. Zijn nakomelingen
zouden zonder uitzondering deze nieuwe naam overnemen, zodat de oorspronke
lijke naam Brouwer, en daarmee de herinnering aan de professie van het voorge
slacht, na verloop van tijd uit de registers verdween (11).
Ongetwijfeld zullen Cornelis van Watervliets sympathiën voor het gelijknamige
hof een aantal ingrijpende veranderingen en verbouwingen tot gevolg hebben ge
had, met als doel het hof aan te passen aan de in de steden geldende normen.
Hiermee legde hij de basis voor de karakterverandering die Watervliet langzaam
maar zeker onderging.
12