Cornelis overleed 3 juni 1612 en werd twee dagen later in de Grote Kerk te Goes begra ven. In diezelfde kerk vond ook zijn weduwe, Maria van Campen, tien jaar later haar laat ste rustplaats. Het graf van Cornelis van Watervliet in de Maria Magdalenakerk te Goes Gemeentearchief Goes, Topografisch-historische atlas. Foto: Chr. Dekker, Goes. IV. Hoogtepunt en verval Reeds onder Cornelis van Watervliet (1592-1636), evenals zijn vader burgemees ter van Goes, werd de aangekondigde karakterverandering grotendeels voltrok ken. Als gevolg van de door hem omstreeks 1630 uitgevoerde verbouwingen verloor het hof grotendeels haar oorspronkelijke vorm. Vanaf deze tijd kunnen we Watervliet met recht aanduiden als buitenplaats; in de bronnen wordt zij afwisselend omschreven als "slot", "huys" of "hof". De volgende bewoners wisten de buitenplaats zo te verfraaien dat Smallegange in zijn Cronyk beweert dat "geen andere in de Provintie Zeelandt daerby konnen vergeleken worden". Onder de familie Perponcher Sedlnisky, erfopvolgers van het uitgestorven geslacht Van Watervliet, werd zij nog indrukwekkender gemaakt. Omstreeks 1745 werd een vermogen besteed voor de aanleg van een door de Franse meesterarchitekt Daniël Marot ontworpen tuin. Dit hoogtepunt in het bestaan van de buitenplaats betekende echter tevens het keerpunt. Weggelokt door belangrijke ambten vertrok de familie De Perponcher Sedlnitsky naar de regeringscentra 's-Gravenhage en Utrecht, waardoor Watervliet een gedeelte van het jaar onbewoond werd. Na het plotselinge overlijden van de toenmalige eigenaar besloot men in 1777 het huis te verhuren. De onderhoudskosten overtroffen echter de huursom en toen bovendien de huurder in november 1788 opzegde werd tot verkoop overgegaan. Na korte tijd eigendom te zijn geweest van de heerlijkheidssecretaris Cornelis Teerlinck, werd het inmiddels verwaarloosde Watervliet in 1793 verkocht aan een tweetal Goese kooplieden, die het kort daarop afbraken en met de bouwma- 13

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1978 | | pagina 15