den laasten comparant ten versoeke als voren, onder presentatie om hetzelve (also
hij van de mennonite gesinte is) op sijn ja-woord te bevestigen, mede waar en
waaragtig te sijn, dat sijn overlede moeder Anna de Muis, nagelate weduwe van
wijlen sijn vader Salomon Steenaard, na doode van denselven haren man desselfs
bedrijf van boekweidmaler in des eersten requirants mole alhier, aangehouden en
gecontinueerd hebbende, hij deposant sijn gemelte moeder verscheide maal in
substantie heeft hooren seggen dat sij nog haar voornoemde man gedurende al
den tijd dat deselve het bedrijf van boekweidmalen in voorschreve mole gedaan
hebben, jaarlijx over impost wegens hunne consumtie en vertiering van boekweid,
aan de in de tijd geweest sijnde pagters van den impost op het gemaal desaangaan-
de over dese stad, nooid meer betaald hebben dan twintig ponden Vlaams, of sij
dan veel of weinig debiit daarin gehad hadden.
Wijders verklaren sij deposanten gesamentlijk nooid gehoord te hebben dat er
over impost van den boekweid door eenig boekweidmaler binnen dese stad ooid
voor het pagtsaysoen ingegaan Bamisse 1755 meerder is betaald dan twintig pon
den Vlaams 's jaars.
Sluytende sij deposanten hiermede dese hunne verklaring, gevende ieder in den
sijnen voor redenen van wetenschap, hun vorig getuigde nog vers en levendig in
hun geheugen te hebben, en bovendien sij twee eerste deposanten, dat sij het selve
in hunne pagtboeken daarvan hebben bevonden aangeteikend te sijn ende voords
als in den text.
Aldus gedaan en gepasserd binnen de Stad Goes voornoemd, ten huyse mijns
Notaris, in presentie van mijne clercquen Albertus Haak en Hendrik Paulus van
Steveninck, getuigen ten desen versogt.
(w.g.) Isaak Bronkhorst
Maarten Anthonisse
Cornelis Steenaert
A. Haak S.J.
H.P.V. Steveninck
C. Dijkwijl Mz. notaris piblicus.
Literatuur
A.J. Bernet Kampers, De grutterij uit Wormerveer, Het Nederlands Openlucht
Museum, De Grutterij, Arnhem, 1961.
M.J. Boerendonk, Historische studie over den Zeeuwschen landbouw, Proef
schrift, Wageningen, 1935.
P. J. Bouman, Geschiedenis van den Zeeuwschen landbouw in de negentiende en
twintigste eeuw en van de Zeeuwsche Landbouwmaatschappij, 1843 - 1943,
Wageningen, 1946.
P. J. 't Hooft, Dorpen in Zeeland, Amsterdam, 1944.
Veenmans agrarische Winkler Prins, Wageningen, 1954.
Luc. De Vliegher, Rosmolens in de West - Vlaamse kuststreek (Bokrijkse berich
ten XIII), z pl., 1975/1976;
I.H. Vogel-Wessels Boer, Kloetinge, Middelburg, 1969.
36