Kloosterhoek, onder de nummers 221, 222, 223 en 187, terwijl vermoedelijk no. 219 de dreve was tot de kloosterpoorte." (5) Dit nu blijkt niet juist te zijn. Deze stelling van Bijlo kan in de eerste plaats weerlegd worden, omdat ik er na de nodige moeite in geslaagd ben, voor het grootste deel van de kloosterhoek de perceelsaanduiding uit de overlopers in overeenstemming te brengen met de eerste kadastrale kaart en zodoende vrijwel alle bijzonderheden uit de overlopers te lokaliseren. De omschrijving van de hoek in de overlopers begint met het perceel "Z.O. aan de weg" ter grootte van 2 gemeten 76 roeden en eindigt met het perceel, steevast aangeduid als "de dreef tot de poort", groot 1 gemet 72 roeden. Het eerste per ceel blijkt te zijn no. 215 op de kadastrale kaart, het laatste het langgerekte per ceel oostelijk van de nummers 217 en 222 en westelijk van de nummers 208 en 209. Het huidige kadastrale nummer hiervan is sectie E. no. 1551. De toegangs weg tot het klooster is hiermede duidelijk aangegeven. Deze "dreef tot de poort" maakte altijd één geheel uit met het perceel no. 207 en in alle overlopers sedert 1583 vinden we hiervoor dan ook steeds één eigenaar vermeld. Pas in 1938 is hierin een splitsing aangebracht. Het klooster zelf stond op het Noordwestelijke deel van het perceel 188, moge lijk nog voor een klein deel op het perceel 186. Het is ter plaatse vrij duidelijk te zien; de ligging daar wordt bovendien bevestigd door de landbouwers, die vele jaren deze percelen hebben bewerkt. lijke kadastrale nummers van de percelen. De "Hoek daar 't klooster pleeg te staan is dik om lijnd. Op perceel 188 is de plaats van het klooster aangegeven. 38

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1978 | | pagina 40