41 grond nog aanwijst". Over een periode van 70 jaar was de toestand op dit punt dus aanzienlijk gewijzigd. Op grond van de lokalisering van de gegevens uit de overlopers is duidelijk gewor den, dat het perceel ter grootte van 2 gemeten 267 roeden, tot midden 18de eeuw aangeduid als liggende "langs de veste", het perceel 207 volgens de kadastrale kaart van 1832 is. Deze veste lag dus tussen de percelen 207 en 188. Een ander perceel, groot 9 gemeten en 34 roeden, liggende "naast de vest" is niet met honderd procent zekerheid te lokaliseren. Dit lag ongeveer ter plaatse van de percelen 188, 189 en 190, mogelijk ook voor een gedeelte op perceel 204. Ik ben er daarom niet zeker van dat de oostelijke veste op het scheid van de percelen 204 en 188 lag. Het is zeer goed mogelijk dat deze ligging wat meer westelijk ge zocht moet worden, dus op het perceel 188. De kloosterboerderij Ook wat betreft de bij het klooster behorende boerderij, genaamd "Kloosterhof", heeft de lokalisering van de gegevens uit de overlopers duidelijk nieuwe gezichts punten opgeleverd. De kloosterboerderij stond namelijk op het in de overlopers vanaf 1583 met "hoff" aangeduide perceel met een grootte van 196 roeden, op de kadastrale kaart corresponderend met no. 183. Van oudsher is de boerderij onder de naam Kloosterhof bekend. De boerderij Kloosterhof, zoals deze er omstreeks 1925 uitzag. Op deze foto verschillende leden van het geslacht de Roo, wat gedurende ongeveer anderhalve eeuw de boederij bewoonde.

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1978 | | pagina 43