Ook met de door Mr. Th.G. van Eek (18) uitvoerig beschreven familie Alvarez of Hoemaker, waarvan Smallegange (19) in zijn "Beschrijving van den Zeelandschen adel" zegt: "De Hoedemakers komen uit een natuurlyken soon des Hertogs van Alva, by een juffrou binnen Brussel geteelt, van sijnen Vader voor Soon erkent, en van den Konink gelegitimeert om het volle Wapen van Alvares te mogen voeren", is geen enkele relatie te leggen. De gegevens over dit geslacht Hoemaker hebben trouwens uitsluitend betrekking op de periode na het midden van de 16e eeuw. Verder zijn gegevens Hoemaker vermeld in "De Nederlandsche Leeuw" van 1889 en 1937 en in "De Wapenheraut" van 1908; deze bieden evenmin houvast. En wat te zeggen van het op de zerk bijzonder goed bewaard gebleven wapen, voorstellende 3 sterren en 3 Franse lelies Er zijn in Rietstap (20) verschillende wapens Hoedemaker, Hoemakers en Hoeymaker afgebeeld, terwijl ook in de col lectie van het Centraal Bureau voor Genealogie gegevens voorkomen, doch alles totaal afwijkend van het wapen van Jop Janssen Hoemaker. Hopelijk is er onder de lezers iemand die op dit punt nuttige aanwijzingen kan geven. Namen die verband houden met het klooster De Biezelingse familienaam Kloosterman is afkomstig van de "Clooster"mannen, die eind 16e begin 17e eeuw pachters waren van een belangrijk deel van de per celen in de Kloosterhoek. Dit is al eerder aangetoond (21). Ook de naam "Vrouwenweegje", het tegenwoordige Jufferswegje, als verbindings weg met het dorp Biezelinge, is duidelijk. Aan het Vrouwenweegje lag de "Vrou wenboogert", op de kadastrale kaart no. 224, mogelijk ook nog no.223. Nu staan op perceel 224 de woningen Jufferswegje 4 t/m 10b. Deze Vrouwenboogert wordt genoemd in de overloper van 1583 en in het Register van transporten in het jaar 1789. De naam is tot nu toe ook door overlevering nog bewaard geble ven. In alle overlopers vanaf 1583 tot 1850 wordt een vrij groot perceel, n.l. 11 geme ten 202 roeden, aangeduid als "de Poortmeet". Dit perceel komt ongeveer over een met de nummers 180, 186 en 187 op de kadastrale kaart en lag dus vlak aan de poort. Ook "de dreef tot de poorte" is uiteraard geheel duidelijk. De percelen 230 en 231 in het uiterste noordwesten van de kloosterhoek dragen volgens de overleve ring de naam "Kerkwiek". In de overlopers wordt deze naam niet genoemd, ter wijl ook het verband met het klooster niet geheel duidelijk is, maar wel voor de hand ligt. Over het perceel Kerkwiek zou een pad naar Biezelinge gelopen hebben. Het perceel waar het klooster heeft gestaan, wordt door de landbouwers ter plaatse als "het Klooster" aangeduid. De hoek als zodanig, tenminste het gedeelte ten noorden van de spoorlijn is nog steeds algemeen bekend als "Kloosterhoek", terwijl ook "Kloosterhof" voor de boerderij tegenover de Hoofdstraat nog wel gangbaar is. Slot Ik hoop er in geslaagd te zijn, zoals aan het begin vermeld, met dit artikeltje en kele nuttige aanvullingen gegeven te hebben op wat reeds eerder over het klooster Jeruzalem werd gepubliceerd. Dit houdt tegelijkertijd in, dat er geen sprake kan 44

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1978 | | pagina 46