Hetzelfde terrein aan de Oostwal anno 1978
Ook deze situatie is drastisch veranderd; er bevindt zich op deze plaats nu een
groot parkeerterrein en ook de tuin van het voormalige gasthuis is verdwenen
door het doortrekken van een rijweg langs de Oostwal.
In de jaren '30 zal Springer nog wel eens mondeling hebben geadviseerd, wat
toen erg gebruikelijk was, maar de meeste werkzaamheden met betrekking tot de
plantsoenen en straatbeplanting gebeurden op advies van de directeur Gemeente
werken, hierbij later geassisteerd door het hoofd van de Afdeling Beplantingen
de "botanicus" Goudzwaard en de vier tuinlieden.
Deze uitbreiding van het personeelsbestand, vergelijk in 1921 slechts één tuin
man, van de afdeling Beplantingen van de Dienst Openbare Werken loopt gelijk
met de uitbreiding van de hoeveelheid groen in de gemeente. In de verschil
lende nieuwe bouwplannen werden immers ook bomen geplant en plantsoenen
aangelegd; Bouwplan V was in 1934 al grotendeels volgebouwd. Verder werd de
begraafplaats uitgebreid en in hetzelfde jaar werd in het kader van de werkver
schaffing begonnen met de aanleg van het "sportpark" door de Heidemij. Helaas
is dit sportpark er in zijn verschijningsvorm wat mager afgekomen; wellicht zou
het alsnog eens onder handen genomen kunnen worden.
Ook de oorlog liet haar sporen na; door de schade, toegebracht tijdens de bezet
tingsjaren, moesten er weer nieuwe bestellingen worden gedaan voor onder ande
re de Westwal, de M. A. de Ruijterlaan en het Rimmelandplein.
Maar ondanks deze schade en de verschillende verkeersdoorbraken kan men toch
stellen dat Springer met de aanplant van allerlei voor Goes nieuwe soorten bomen
duidelijk zijn sporen in Goes heeft achtergelaten, hierbij in de kaart gespeeld
door een groot aantal werklozen en het uitbreken van de iepenziekte.
71