Heer Boudewijnspolder
Dit eilandje tussen de Brabantse wal en Tholen was waarschijnlijk in 1233 nog in
handen van de abdij van Tongerlo (21). Wellicht was de heer Bouden, waarnaar
de Polder later heette, een lid van het geslacht Van Reimerswaal of Van Ierseke
(22). Na de dood van Bouden komen verschillende leenmannen voor uit de Beve-
landse geslachten Baarsdorp, Van der Maalstede, Reimerswaal alsmede die van
Scherpenisse, Bergen, Ranst en Heesbeen (23). De tiendblokken in Heer Boude
wijnspolder droegen de namen van deze families. Nadien gingen minstens vijf le
nen over in het geslacht van Borsselen (24). Ook ten aanzien van Boudewijnspol
der volgde de heer van Bergen op Zoom dezelfde taktiek: eerst ging hij zijn lee -
heerschappij veilig stellen en vervolgens kocht hij de delen in de heerlijkheid stuk
voor stuk. Het eiland geraakte door bedijkingen met de Brabantse wal verbonden.
Door onderwaterzetting ging het land in 1583 voorgoed verloren. Aan het einde
van de zeventiende eeuw is hier de Auvergnepolder bedijkt (25).
Beijmoeren
Het Beijmoer of Boudensmoer was gelegen langs de hoge rand van het Brabantse
land ten westen van Halsteren. De bezitsstruktuur leek sterk op die van de
Zeeuwse ambachten. In 1319 was het Beijmoer in handen van Gerard, heer van
Merksem, Floris, heer van Schoudee, Boudewijn van der Maalstede, Kervinc van
Reimerswaal, Jace van Melkenlande, Clais en Boudewijn van Baarsdorp, Jan van
Steelland en anderen. Zij gaven in dat jaar het land ter bedijking uit (26). Kenn
lijk was het een aanhangsel van Boudenspolder: de heren verwezen naar hu i
rechten zoals die in Boudenspolder waren geregeld.
In 1371 gaven Gerard, Rase, Bouden en Jan van der Maalstede het Noordeinde
van Beijmoer, ook wel Halsterland geheten, (opnieuw) ter bedijking uit (27
Twintig jaar nadien deden Floris van Borsselen en de kinderen Van der Maalstede
afstand van onder meer hun rechten in Beijmoer. Vanaf dat tijdstip was de het r
van Bergen op Zoom er kennelijk de enige bezitter van. Wanneer hij in 1417 h
land dat lang onder water gelegen had opnieuw ter bedijking uitgeeft is er van
Zeeuwse eigenaars geen sprake meer (28).
Hildernisse
Hildernisse bestond uit een dorp met parochiekerk, toegewijd aan Sint Gertrudis
van Nijvel, gelegen ten noordwesten van Woensdrecht. Hoewel het dorp zelf on
een hoogte moet hebben gelegen, was het omliggende land laag en waterstaa
kundig nogal zwak beschermd tegen overstromingen. Dit laatste feit werd de oo
zaak van de ondergang van Hildernisse.
Evenals Heer Boudenspolder was Hildernisse in leen gegeven aan een aantal an:
bachtsheren. Uitdrukkelijk was daarbij bepaald, dat deze van de heer van Bergen
op Zoom werden gehouden volgens de Zeeuwse leenrechten. Ook hier wist de
heer van Bergen op Zoom de ambachten stuk voor stuk op te kopen. Hildernis
was de eerste plaats in het markiezaat, waar de heer van Bergen op Zoom wist
door te zetten, dat er keuren (rechtsgewoonten) van Brabantse origine werden
ingevoerd, ondanks verzet van de inwoners (1497) (29).
Hildernisse ging door de overstromingen van 1570 voorgoed verloren (30).
88