LOTGEVALLEN VAN EEN GOESE GARDE D'HONNEUR Kort verhaal van de geschiedenis der lotgevallen en reijs van David Vervenne, zedert den 5 February 1812 tot den 10 April 1814 waar hij door Buenoparte den Verslinder der jeugd, ja van het gansche menschdom is toegebracht geworden". door F.H. de Klerk. Inleiding Een van de ongeveer 500 Nederlandse jongemannen, die door Napoleon opgeroepen werden voor de garde d'honneur was de Goesenaar David Vervenne. De Franse keizer stelde bij decreet van 5 april 1813 10.000 mannen, tussen 19 en 30 jaar oud, in staat "vrijwillig" dienst te nemen in de nieuw te vormen garde d'honneur, de erewacht. In aanmerking kwamen die genen, wiens ouders tot de betere en aanzienlijke standen behoorden. Daar voor deze dienst plicht remplapering verboden was (tenzij een even aanzienlijk familielid hiertoe genegen was) klonken er in het tot dan toe vrij rustige Nederland enige zwakke prostesten. Bij al de vorige conscripties hadden welgestelde ouders steeds plaatsvervangers voor hun zonen kunnen kopen. Wat Napoleon nastreefde met zijn garde d'honneur was het aanvullen van de in 1812 zeer ge slonken cavalerie, het toenadering zoeken tot de rijkere middengroepen, enerzijds door fraaie militaire titels uit te delen aan de gardes, anderzijds door een bliksemcarrière voor te spiegelen aan de erewachten, en tevens het kunnen beschikken over een grote groep waarde volle gijzelaars als dit nodig mocht zijn. De gardes dienden zelf uitrusting en paard aan te schaffen, evenals het zeer fraaie uniform; de kleuren groen en rood overheersten hierin, en het geheel was opgesierd met bont, koorden, knopen en biezen. Een deel van de garde d'honneur maakte in oktober 1813 de slag bij Leip zig mee, doch was niet in de gelegenheid om op het slagveld roem te vergaren. De burgerzonen waren ongeoefend in het krijgsbedrijf, en de Franse bevelhebbers waren erg zuinig op de ere wacht. Ze maakten zich slechts nuttig door op een afstand met hun aanwezigheid de geallieer de vijand schrik aan te jagen. Er sneuvelde zelfs geen enkele Nederlandse garde in het oorlogs geweld, en slechts een gering aantal stierf tengevolge van ongelukken of ziekten. Veel terugkerende gardes d'honneur verhaalden hun belevenissen als Frans soldaat in dag boeken, waarvan er een aantal bewaard zijn gebleven. Ook de kruidenierszoon David Vervenne heeft ons hierover een geschrift nagelaten. Van dit "kort verhaal" berust een afschrift in de handschriftenverzameling van het gemeentearchief Goes. Daar de inhoud een persoonlijke visie geeft op de Europese geschiedenis in 1813 en op facetten van het maatschappelijk leven in Nederland, Frankrijk en Duitsland, is op de volgende pagina's het verhaal in samenvattingen en fragmenten afgedrukt. Hoewel het in een aantal gevallen dienstig zou zijn om nader op bijzonderheden van het ver haal in te gaan heb ik hiervan afgezien omwille het karakter dat dit artikel draagt. Voor ver dere informatie betreffende de Nederlandse garde d'honneur raadplege men de literatuurlijst. Het Kort Verhaal Ondanks het feit dat Vervenne's ouders in 1812 tot twee maal toe een remplapant onderhiel den "tot welker accooord mijne ouders niet weinig opofferingen deeden", werd de 23jarige David op 28 April 1813 opgeroepen voor de garde d'honneur. 33

Tijdschriftenbank Zeeland

Historisch Jaarboek Zuid- en Noord-Beveland | 1979 | | pagina 35