We hebben heel wat moeite gehad om logies te vinden, dat we tenslotte kregen bij een wa
genmaker. Bij het ontbijt stond er naast hem op tafel zo'n zelfde potje als we gezien had
den bij de kleermaker in Krabbendijke. Dit demonstreert de zin voor properheid. In Vlaan
deren neemt ment over het algemeen niet zoveel voorzorg.
De tenten waren van binnen in gereedheid gebracht, maar ze waren bij onze aankomst nog
dicht. Maar de volgende morgen zijn ze alle open en is het één schittering van zon en lamp
licht.
Ergens zijn jongelui bezig om met bijlen van allerlei formaat een peperkoek, die op een
blok hout ligt, door te hakken: dit is de koekkapperij. Op een andere plaats zitten mannen
in een soort van strandstoelen. Ze hebben oude karabijnen, die bij elk schot in hun handen
uit elkaar kunnen vliegen, en trachten daarmee de papegaai neer te halen, een houten vogel
met een groot kogelrond lichaam en een heel klein kopje - een ideaal gevogelte." 3)
Het Zuid-Bevelandse geslacht Dominicus.
Bij oppervlakkige beschouwing zijn we geneigd om te stellen, dat de wieg van het geslacht
Dominicus in Wemeldinge gestaan zal hebben, omdat gedurende de laatste eeuwen daar de
grootste concentratie Dominicus aanwezig is geweest. Nog bij de volkstelling van 1947 bleek
dat van de 81 naamdragers Dominicus die toen - verdeeld over 15 verschillende gemeenten - in
Zeeland aanwezig waren, er 25 in Wemeldinge woonden en 16 in Goes. Voor de rest waren het
per gemeente slechts luttele aantallen. 4)
Het wapen zoals het werd gevoerd door het Zuid-Bevelandse geslacht Dominicus, afgebeeld in:
J.B. Rietstap, Illustrations tot the Armorial General I, Londen, 196 7.
68